Schrijf het Engelse woord op
1. publiek: audience
2. rode loper: red carpet
3. beroemdheid: celebrity
4. aflevering: episode
5. ondertiteling: subtitles
6. reis: trip
7. op straat spelen voor geld: busking
8. origineel: original
Schrijf het NL woord op
1. weird: raar, vreemd
2. dressing room: kleedkamer
3. for example: bijvoorbeeld
4. sequel: vervolg
5. because: omdat
6. charity: het goede doel
7. atmosphere: sfeer
8. however: echter/maar