CVA

Workshop CVA
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Workshop CVA

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de letters CVA voor?
A
Cerebrale Vasculine Aandoening
B
Cerebro Vasculatie Aaandoening
C
Cerebro Vasculair Accident
D
Cerebraal Vasculine Activiteit

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een ander woord voor een CVA
A
Hersenschudding
B
Beroerte
C
Dwarslaesie
D
Parkinson

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een TIA/CVA?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan van een
TIA
Herseninfarct
Hersenbloeding

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren
CVA

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren

Ouderdom
Hoge bloeddruk
Diabetes Mellitus
Stress
Te weinig bewegen


Hoge cholesterol
Hart/ vaatziekten
Roken
Obesitas

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 3 verschijnselen van een CVA
A
een lamme arm, een scheve mond en verlamming aan de benen
B
verlamming aan de benen, verstopping van de neus en verwarde spraak
C
scheve mond, verlamming aan de benen en verstopping van de neus
D
een scheve mond, een lamme arm en verwarde spraak

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de meest 3 voorkomende verschijnselen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe check je of iemand een CVA heeft gehad?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Test op Beroerte

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere kenmerken kunnen zijn
• plotselinge ongewoon hevige hoofdpijn• tintelingen of gevoelloosheid in delen van je lichaam • duizeligheid
• misselijkheid of braken• slikproblemen • problemen met je coördinatie of evenwicht • verlies van gezichtsvermogen (dubbel zien, wazig zien, blindheid).
• niet meer kunnen praten of de woorden niet meer begrijpen
• ongewone smaak in je mond







Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de 3 fase van een beroerte
* Acute fase
dit is de eerste fase na het ontstaan van de beroerte. In deze fase is snel handelen van arts belangrijk. dit is nodig voor om zo snel mogelijk te kunnen starten met de juiste behandeling
* Herstel / revalidatiefase
Deze fase richt zich met name op het weer oppakken van algemene dagelijkse levensverrichtingen en op het cognitieve.
* Chronische fase
Dit is de hele periode na de revalidatiefase, dus na 6 maanden met blijvend letsel.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke gevolgen van een CVA?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van een CVA

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke gevolgen
 Problemen met coördinatie of je evenwicht
Verwaarlozen van een deel van het lichaam
  problemen met slikken
 problemen met spraak
Problemen met zien
Verlamming
Vermoeidheid
Incontinetie
Epilepsie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen denken en geheugen
Spreken en begrijpen van taal
Verwerken van prikkels
Begrip en leervermogen
Geheugenstoornissen
Moeite met handelingen
Ruimtelijke waarneming

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen gedrag
Impulsief gedrag
jezelf overschatten
Interesse- en initiatiefverlies
Minder flexibel
Waardigheidsvelies
Veranderd tijdsbesef en gehaast gedrag

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele gevolgen
Angst
Labiliteit
Dwanghuilen
Frustraties
Karakter veranderingen
Ander gevoel voor humor

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is afasie?
A
Als iemand niet meer kan lezen
B
Niet meer kunnen praten
C
Het uitvoeren van de zorg in fases
D
Taalstoornis door hersenletsel (links)

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is apraxie?
A
Het niet meer kunnen praten
B
Iemand kan bewuste handelingen niet meer uitvoeren
C
Iemand die graag naar de Praxis gaat
D
Een halfzijdige verlamming

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hemianopsie?
A
Het niet werken van 1 been
B
Het niet meer kunnen kauwen
C
Het niet meer kunnen ruiken
D
Halfzijdige blindheid

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is neglect?
A
Het onbewust negeren van 1 kant
B
Het niet meer in dialect kunnen spreken
C
Je benen niet meer op kunnen tillen
D
Wazig zien

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hemianopsie        Neglect

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dysfagie?
A
Problemen of moeilijkheden bij het slikken
B
Problemen in de mobiliteit
C
Het niet werken van de darmen
D
Pijn aan de grote teen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van agnosie?

Slide 28 - Woordweb

Prosopagnosie- niet herkennen van gezichten
Agnosie - niet herkennen van voorwerpen
ruiken en voelen helpt 
Meest voorkomende Symptomen na een CVA
Neglect
Hemianopsie
Hemiplegie/hemiparese
Paralyse/plegie
Apraxie
Afasie
Agnosie
Dysfagie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar letten jullie op bij de dagelijkse zorg?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsaandachtspunten
- Houding en beweging : fysiotherapie, rolstoel aanpassingen het voorkomen van contracturen.​
- Versterken van zwakke spieren​.
- Passief bewegen van verlamde gewrichten. ​
- Stimuleren van verlamde zijde​.
- Huidverzorging: decubitus voorkomen, speekselverlies, gevoelloosheid​
- Rust bij het eten: verslikken voorkomen​
- Voeding: rekening houden met vloeibaar eten en zure producten, slijmproductie
- Mondverzorging, tong kan niet goed bewegen, helft van de mondverzorging wordt soms genegeerd.​

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsaandachtspunten
- Schrikeffect: voorkomen dat de zorgvrager schrikt, alle spieren kunnen hierdoor spastisch       reageren iemand kan verstijft raken.​
- Rekening houden met hemiplegie houding​.
- Symmetrische houding aanhouden, aangedane kant ondersteunen.​
- Hulpmiddelen afasie ​
- Uiten van taal​
- Geheugen, kort en krachtig​
- Apraxie​
- Gehoor, duidelijk articuleren​
- Gezichtsvermogen, bij lezen en eten​
- Blaasfunctie, spontane lediging door spasme, niet kunnen urineren​

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies