ademhaling en verbranding proefwerk herhaling

Verbranding en ademhaling
Thema 1
Herhaling 

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Verbranding en ademhaling
Thema 1
Herhaling 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel:
  • Aan het einde van de les heb je weer de behandelde lesstof herhaald. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhalingsstelsel

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof uit                                wordt
koolstofdioxide uit                             wordt
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats
de lucht
het bloed
opgenomen in het bloed
afgegeven aan de lucht

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling lucht       

koolstofdioxide 

waterdamp

zuurstof
ingeademde lucht
uitgeademde lucht
weinig
weinig
weinig
veel
veel
veel

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die jij kan doen voor gezonde luchtwegen.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de nummers naar de juiste namen
keelholte
Long
luchtpijp
Neusholte
strottehoofd
2
1
4
3
5

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese
Verbranding
glucose wordt gemaakt
Glucose wordt verbruikt
Zuurstof wordt gemaakt
Zuurstofwordt verbruikt
Koolstofdioxide wordt gemaakt
Koolstofdioxide wordt verbruikt

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doe nu je telefoon weg 
Onthoud de nummer die je zo krijgt

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
Een mondademhaling is beter dan een neusademhaling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er op plek 1?

A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet er op plek 2?

A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het tegenhouden van ziekteverwekkers
B
Het keuren van de lucht
C
Het verwarmen van de lucht
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar:
Het strottenklepje sluit de neusholte af als je slikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van hout?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ingeademde lucht bevat veel __1__ en weinig __2__
A
1:Koolstofdioxide 2: Zuurstof
B
1: Zuurstof 2: Koolstofdioxide

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gas wordt in de longblaasjes opgenomen in het bloed?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gas gaat er in de longen van het bloed naar de longblaasjes?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk onderdeel van de cel vindt verbranding plaats?
A
Celkern
B
Celwand
C
Mitochondrie
D
Celplasma

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof in sigaretten is verslavend?
A
Teer
B
Nicotine
C
Koolstofmonoxide

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof in sigaretten neemt de plaats in van zuurstof in het bloed?
A
Teer
B
Nicotine
C
Koolstofmonoxide

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het als je verslaafd bent?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de juiste volgorde van ademhaling
A
neusholte, keelholte, luchtpijp, strottenklepje, bronchie, longblaasjes
B
neusholte, keelholte, strottenklepje, luchtpijp, longblaasjes, bronchie
C
neusholte, keelholte, strottenklepje, luchtpijp, bronchie, longblaasjes
D
keelholte, neusholte, luchtpijp, bronchie, langblaasjes

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

door je neus ademen is gezonder
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk orgaanstelsel horen de luchtpijp en de longen?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke organen beschermt de borstkas?
A
lever en longen
B
hart en longen
C
maag en longen
D
lever en hart

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adem eens diep in. Wat gebeurt er met je borstholte?
A
Die wordt groter
B
Die wordt kleiner
C
er gebeurt niks
D
Wordt smaller

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de keelholte komen de neusholte, mondholte, strottenhoofd en slokdarm samen. Wat sluit de neusholte af tijdens het slikken?
A
mondholte
B
de huig
C
amandelen
D
strotklepje

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

je luchtpijp bestaat uit ringen die gemaakt zijn van:
A
spieren
B
weefsels
C
longblaasjes
D
kraakbeen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen taak van het slijm in de neusholte?
A
Bacteriën doden.
B
Gevaar detecteren.
C
Lucht verwarmen.
D
Proeven.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel % zuurstof ademen wij in?
A
14%
B
15%
C
16%
D
21%

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel % zuurstof ademen wij in?
A
14%
B
15%
C
16%
D
21%

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij COPD raken de ........ ontstoken
A
Bronchiën
B
Haarvaten

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen risico voor COPD?
A
Sigaretten
B
Verfresten
C
Big Mac
D
Sporten

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij deze aandoening krijg je last van plotselinge aanvallen van benauwdheid.
A
COPD
B
Astma
C
Hooikoorts
D
Covid-19

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Warmbloedig of koudbloedig: Een organisme ligt in de zon en begint te zweten om af te koelen.
A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling(en) klopt/kloppen?
1. Vogels zijn koudbloedig
2. Zoogdieren zijn warmbloedig
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Zowel 1 als 2
D
Geen van beide

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het slikken bevindt de huig zich in stand ... en het strotklepje in stand ...
A
1 en 1
B
2 en 2
C
1 en 2
D
2 en 1

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het neusslijmvlies?
A
Geur herkennen
B
Opnemen van zuurstof
C
Tegenhouden van ziekteverwekkers
D
Verwarmen van de inkomende lucht

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem een effect van roken
op de ademhaling

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

benoem 2 onderdelen uit het ademhalingsstelsel?

Slide 45 - Woordweb

neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën, longen, middenrif, luchtpijptakje, longblaasjes

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies