LWEO - Hoofdstuk 7 - De Consument dat ben jij

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Als je iets kiest om te eten kunnen een aantal keuzes, die hieronder staan, een keuze spelen. 
Zet ze in de volgorde van wat voor jou het belangrijkst is.
Prijs
Kwaliteit
Lekker
Milieu
Veel afval?
Is het gezond?
1
2
3
4
5
6

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Als de Betuwe en de bollenstreek in bloei staan, komen er toeristen op af. Die toeristen brengen bij de horeca geld in het laatje. De horeca betaalt echter niet mee aan de fruitteelt en de bollenteelt. Is dit een voorbeeld een positief of negatief extern effect?
A
Positief extern effect
B
Negatief extern effect

Slide 5 - Quizvraag

Aan welke 2 voorwaarden moet voldaan zijn voor je kunt spreken van een extern effect?

Slide 6 - Open vraag

Bedenk een voorbeeld waarbij er voor de één een positief en voor de ander een negatief extern effect optreedt.

Slide 7 - Open vraag

Geef aan welk effect positief en welk negatief is
Een nieuwe weg naar het vliegveld maakt het makkelijker voor de inwoners van Flevoland om in de hoofdstad te gaan werken.
Verpakkingsmateriaal eindigt in de oceaan als 'plastic soep'
Om files te bestrijden wordt de A27 uitgebreid met extra rijstroken. Hiervoor wordt een stuk natuurgebied opgeofferd
Drugsafval wordt massaal gedumpt in natuurgebieden
positief

positief

positief

positief

negatief

negatief

negatief

negatief

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Beschouw jij jezelf als rood, lichtgroen of donkergroen? En waarom?
timer
1:30

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit dat een keurmerk ervoor kan zorgen dat minder mensen kleding kopen die onder slechte arbeidsomstandigheden is gemaakt.
timer
1:30

Slide 12 - Open vraag

Ga naar www.check.goedewaar.nl.
Leg de volgende 3 begrippen uit:
sociaal, ecologisch en economisch
timer
5:00

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide