B1E:avoir + pers vnw
1 / 19
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Zet de persoonlijk voornaamwoorden in de juiste volgorde
il
elle
tu
on
nous
je
vous
ils
elles
Slide 3 - Sleepvraag
ik
jij
hij / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Video
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Link
Slide 8 - Link
Slide 9 - Tekstslide
Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont
Slide 10 - Quizvraag
Nous ..... une voiture et un vélo
A
a
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 11 - Quizvraag
Vous ..... une grande chambre?
A
ai
B
avez
C
avons
D
as
Slide 12 - Quizvraag
Tu .... une sœur?
A
ont
B
a
C
as
D
avons
Slide 13 - Quizvraag
Il .... quinze ans
A
as
B
a
C
ai
D
avez
Slide 14 - Quizvraag
Jaques et Françoise .... trois pommes
A
ai
B
a
C
avons
D
ont
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Het rijtje van "avoir"
Slide 17 - Open vraag
Ik snap het!
😒🙁😐🙂😃
