Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formuleren hoofdstuk 4 verwijswoorden
Paragraaf 2 verwijswoorden
Doel:
Ik kan verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Paragraaf 2 verwijswoorden
Doel:
Ik kan verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Slide 1 - Tekstslide
Filmpje NN
Slide 2 - Tekstslide
Verwijswoorden
Met een
verwijswoord
kun je verwijzen naar woorden die je eerder hebt gebruikt.
Verbanden tussen woorden en zinnen kunnen we dus aangeven met verwijswoorden.
Hij, ze, zij, het, hem, haar, zijn, hun, deze, die, dat, dit.
Slide 3 - Tekstslide
Verwijswoorden samengevat
Kies het juiste verwijswoord:
mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.
het-woorden (onzijdig)
het, zijn
dat, dit
de-woorden (mannelijk)
hij, hem, zijn
die, deze
de-woorden (vrouwelijk)
zij/ze, haar
die, deze
meervoud
zij/ze, hen, hun
die, deze
Slide 4 - Tekstslide
Welk verwijswoord hoort bij het-woorden?
A
dat
B
die
Slide 5 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 6 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'kind'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 7 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 8 - Quizvraag
Welk verwijswoord?
stoel.
A
dit en dat
B
die en deze
Slide 9 - Quizvraag
Het was vervelend dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg.
Het verwijst naar:
____
A
mijn vakantie
B
was vervelend
C
kiespijn
D
dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg
Slide 10 - Quizvraag
Die generatie wil dat er meer met haar wensen rekening wordt gehouden.
Haar verwijst naar:
_____
A
Die generatie
B
wensen
C
rekening houden
D
met haar wensen rekening houden
Slide 11 - Quizvraag
Het eerste elftal behaalde gisteren zijn derde overwinning op een rij.
Zijn verwijst naar:
_____
A
Het eerste elftal
B
derde overwinning
C
op een rij
D
derde overwinning op een rij.
Slide 12 - Quizvraag
Ik moet mijn verstandskiezen laten trekken en dat valt niet mee.
Dat verwijst naar:
_____
A
verstandskiezen laten trekken
B
mijn verstandskiezen laten trekken
C
Ik
D
Ik moet mijn verstandskiezen laten trekken
Slide 13 - Quizvraag
Vul een passend verwijswoord in:
Suus bezocht haar opa en gaf ___ een tijdschrift.
Slide 14 - Open vraag
Vul een passend verwijswoord in:
Morgen kiest het verenigingsbestuur ___ nieuwe voorzitter.
Slide 15 - Open vraag
Vul een passend verwijswoord in:
Heb jij de adressen van alle honkbalteamleden? Wil je me ___ even e-mailen?
Slide 16 - Open vraag
Vul een passend verwijswoord in:
Peter won van Niek met hordelopen, ___ me niet verbaasde.
Slide 17 - Open vraag
Vul een passend verwijswoord in:
Het meisje ___ op de cover van de Yes staat, is de zus van mijn vriendin.
Slide 18 - Open vraag
Vul een passend verwijswoord in:
In de studiewijzer staat de stof ___ jullie moeten leren voor het volgende proefwerk.
Slide 19 - Open vraag
Vul een passend verwijswoord in:
Jasper stelde zich voor aan de directrice en gaf ___ een hand.
Slide 20 - Open vraag
Vul een passend verwijswoord in:
De voetbalscheidsrechter was partijdig, ____ ik niet eerlijk vond.
Slide 21 - Open vraag
De jongen ___ Madelon verliefd is, heet Wietse.
A
op wie
B
waarop
Slide 22 - Quizvraag
Lady Gaga, ___ Anna een fan is, treedt deze maand op in Ziggo Dome.
A
van wie
B
waarvan
Slide 23 - Quizvraag
Aan de slag!
Maken:
blz. 188
opdr. 1-4
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Week 48 Ne 4B/K H3 Formuleren: over verwijswoorden
Januari 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Formuleren hoofdstuk 4 verwijswoorden
April 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Week 48 Ne 4B/K H3 Formuleren: over verwijswoorden
12 dagen geleden
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Week 48 Ne 4B/K H3 Formuleren: over verwijswoorden
Oktober 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Nederlands: formuleren H.3 +H.4
Februari 2021
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
3 Verwijswoorden
April 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
3 Verwijswoorden
Maart 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Week 48 Ne 4B/K H3 Formuleren: over verwijswoorden
Januari 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4