2.7 Seksualiteit

2.7 Seksualiteit
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.7 Seksualiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les

Terugblik
Leerdoelen
uitleg §2.7 Seksualiteit
Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke periode was deze vrouw vruchtbaar?
A
Rond dag 1
B
Rond dag 14
C
Rond dag 28

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke periode heeft innesteling plaatsgevonden?
A
P
B
Q
C
R
D
Er heeft geen innesteling plaatsgevonden.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke periode heeft menstruatie plaatsgevonden?
A
P
B
Q
C
R
D
Er heeft geen menstruatie plaatsgevonden.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier de prostaat?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee-eiige tweeling; uit hoeveel zaadcellen en hoeveel eicellen zijn zij samen ontstaan?
A
1 zaadcel, 1 eicel
B
1 zaadcel, 2 eicellen
C
2 zaadcellen, 1 eicel
D
2 zaadcellen, 2 eicellen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de ovulatie
A
laat het baarmoederslijmvlies los
B
laat de baarmoeder los
C
komt een eicel vrij uit de eierstok
D
komt een zaadcel bij de eierstok

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


eierstok is?
A
nummer 1
B
nummer 3
C
nummer 8
D
nummer 10

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door het hart van het embryo stroomt bloed dat afkomstig is van het embryo en bloed dat afkomstig is van de moeder.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart van het embryo pompt bloed door het embryo en door een deel van de placenta.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen de eierstokken?
A
Eicellen maken/rijpen
B
Eicellen vervoeren
C
Eicellen bevruchten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan

Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksualiteit
Alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding

Lustbeleving
Intimiteit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksuele oriëntatie
Op wie je valt
Hetero =ongelijk
Homo = Gelijk
Bi = twee

Aseksueel
Panseksueel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LHBTIQ+
  • Lesbisch
  • Homo
  • Biseksueel
  • Transgender
  • Intersekse
  • Queer
  • + ?

Slide 17 - Tekstslide

+: panseksueel, aseksueel, non-binair

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Caitlyn Jenner
transgender

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seksueel geweld
Denk aan:
-Incest
-Ongewenste intimiteiten
-Aanranding
-Verkrachting
-Grooming
-Loverboy

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Sexting

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grooming is online kinderlokken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Seksueel geweld 
Seks hebben zonder toestemming en met geweld 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Loverboy
Een loverboy is iemand die een meisje in de prostitutie terecht laat komen. Meestal gebeurt dit door het meisje eerst te verleiden en daarna te bedreigen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt een loverboy meteen herkennen aan zijn gedrag
A
eens
B
oneens

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een meisje kan best een jongen versieren.
A
eens
B
oneens

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een ander vraagt om een sexy foto stuur je deze als hij/zij beloofd deze privé te houden
A
eens
B
oneens

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je baas steeds zijn arm om je schouder legt, moet je dat wel toestaan.
A
eens
B
oneens

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
§ 2.7 Seksualiteit


Volgende les:
§ 2.8  Erfelijkheidsonderzoek

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met seksuele geaardheid?
A
.De ideeën die een persoon heeft op het gebied van seks.
B
De opvatting dat homoseksualiteit aangeleerd is.
C
Of je je kunt identificeren met het geslacht waarmee je geboren bent.
D
Of je verliefd wordt op mannen, vrouwen of zowel op mannen als vrouwen.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet iemand die zich seksueel aangetrokken voelt tot zowel mannen als vrouwen?
A
homoseksueel
B
biseksueel

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Personen die zich aangetrokken voelen tot personen van hetzelfde geslacht noemen we
A
Homoseksueel
B
Heteroseksueel

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een meisje voelt zich aangetrokken tot een meisje. We noemen dit:
A
lesbienne
B
heteroseksueel
C
biseksueel
D
homoseksueel

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iemand die tegen betaling seks heeft met mensen, noemen we
A
Heteroseksueel
B
biseksueel
C
homoseksueel
D
prostituee

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een volwassene verleidt een minderjarige online om seksuele handelingen te laten zien
A
Incest
B
Grooming
C
Aanranding
D
Loverboy

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een familielid pleegt seksuele handeling met slachtoffer
A
Incest
B
Grooming
C
Aanranding
D
Loverboy

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies