M2G Week 2 Lesson 2 - Bezit

Welcome M2G
Grab your laptop, go to LessonUp and log in with Office 365
(no need for the pin code)

If your not added to the group:
Class code:  fqule
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome M2G
Grab your laptop, go to LessonUp and log in with Office 365
(no need for the pin code)

If your not added to the group:
Class code:  fqule

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Plan

  • Grammar: Present Simple & Present Continuous
  • Quizlet



Lesson Goals
At the end of the lesson, I can:

  • explain how to show possession (bezit) in English.
  • Explain when to use 'whose.'
  • Explain which words to use to show who something belongs to 



Slide 2 - Tekstslide

Rode Afspraken
  • Jassen uit in de lokalen, petten/mutsen/capuchons af in de school.
  • Er worden geen scheldwoorden gebruikt
  • Mobiele telefoons worden gedurende de hele schooldag in de kluis bewaard.
  • Benodigdheden voor de les heb je bij je.
  • Je bent (op tijd) aanwezig in de les.

Slide 3 - Tekstslide

Bell Ringer
Answer the 'bell ringer' question about possession

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Engels:
Van wie is die telefoon? Dat is de iPhone van mijn docent.

Slide 5 - Open vraag

Genitive 's - Bezit

Slide 6 - Tekstslide

Hoe toon je een bezit aan? 
     Car                                                     Girl

Slide 7 - Tekstslide

De hond van John



..........

Slide 8 - Tekstslide

De hond van John



John's dog

Slide 9 - Tekstslide

The girl's book. (The book belongs to the girl.)
My friend's car. (The car belongs to my friend.)

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Aan het einde van deze les kun je woorden met ’s herkennen in eenvoudige zinnen.
  • Aan het einde van de les kun je begrijpen wanneer er “ ’s” wordt gebruikt in een zin
  • Aan het einde van de les kun je een eenvoudige zin maken waarin ’s  wordt gebruikt. 

Slide 11 - Tekstslide

The Genitive (bezit)
Is het woord enkelvoud? Dan voeg je een "-s" , voeg je "'s" toe

John's car
Carla's pen
The book's cover
My cat's toy

 
Is het woord meervoud? Dan voeg je  alleen een apostrof (') toe.

The boys' books
The girls' room
The boss' office

Slide 12 - Tekstslide

The Genitive (bezit)
Uitzondering
Is het woord enkelvoud? Maar eindigt het op een -s? Dan voeg je alleen een apostrof (') toe.

James' car
Lucas' pen
The bus' wheel


 

Slide 13 - Tekstslide

  • Schrijf een korte zin in het Engels over je buurman/vrouw waarin je "The Genitive" gebruikt op een post-it note. 
  • Loop rond en wissel uit met je klasgenoten. 
timer
5:00
This is Julia's Book. 
It is Nina's birthday.
Kasper's car broke down.
Niels' game was cancelled.

Slide 14 - Tekstslide

The girl __ handbag

Slide 15 - Open vraag

Chris __ book

Slide 16 - Open vraag

The bunnies __ playpen

Slide 17 - Open vraag

Schrijf drie korte zinnen in het Engels over je klasgenoten waarin je bezit aangeeft.
Example:
This is Julia's Book. 
It is Nina's birthday.
Kasper's car broke down.
Niels' game was cancelled.

timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

Use the correct form of possession:
Sophie + dog

Slide 19 - Open vraag

Use the correct form of possession:
the pupils + homework

Slide 20 - Open vraag

Waarom is dit handig? 
  • Duidelijkheid
  • Makkelijkheid  
The handbag belongs to the girl

The girl's handbag

Slide 21 - Tekstslide

Possessive Adjectives & Possessive Pronouns

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Possessive adjectives/pronouns
Possessive adjectives always have a noun (voornaamwoord) following:
  • For example:
  • That is my cat. -> "my" is the possessive adjective, because "cat" is a noun
  • Possessive pronouns do have a noun following:
  • That cat is mine. -> "mine" is a possessive pronoun

Slide 24 - Tekstslide

My / Mine

Slide 25 - Tekstslide

your/yours

Is that laptop ...?
A
your
B
yours

Slide 26 - Quizvraag

him/his

This is ... book.
A
him
B
his

Slide 27 - Quizvraag

my / mine

That book is ______.
A
mine
B
my

Slide 28 - Quizvraag

their / theirs

It is ______ house.
A
their
B
theirs

Slide 29 - Quizvraag

their / theirs

It is ______ house.
A
their
B
theirs

Slide 30 - Quizvraag

That cat is _____.
A
him
B
his
C
he
D
of him

Slide 31 - Quizvraag

That is _____PS5 is.
A
our
B
ours
C
us
D
of us

Slide 32 - Quizvraag

That PS5 is _____.
A
our
B
ours
C
us
D
of us

Slide 33 - Quizvraag

Homework
  1. Finish: WB 1A + 1B - All exercises
  2. Finished? Check your answers
  3. Finished? Study Words Unit 1 on Quizlet

Slide 34 - Tekstslide

Exit Ticket
Write down three things that you have learnt today
timer
1:30

Slide 35 - Open vraag

Exit Ticket
Write down two things you have found interesting.
timer
1:00

Slide 36 - Open vraag

Exit Ticket
Write down one question you still have
timer
1:30

Slide 37 - Open vraag