§5.2 Gevolgen voor de herkomstgebieden

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke twee uitspraken over internationale migratie worden op deze kaart bevestigd?

A De meeste migratie is binnenlandse migratie.
B De meeste migratie is buitenlandse migratie.
C Internationale migratie is vaak gericht op buurlanden.
D Internationale migratie is vaak gericht op andere
werelddelen.

A
D & A
B
A & C
C
D & B
D
B & C

Slide 3 - Quizvraag

Als ik naar bijvoorbeeld Spanje ga verhuizen ben ik emigrant en immigrant. Voor welk land ben ik emigrant?
A
Nederland
B
Spanje

Slide 4 - Quizvraag

Schrijf vijf redenen op waarom mensen migreren

Slide 5 - Open vraag

Welke groep uit onderstaande antwoorden zal minder snel gaan migreren?
A
jongeren
B
hoger opgeleide mensen
C
ouderen
D
mensen met wat meer geld

Slide 6 - Quizvraag

Kettingmigratie wil zeggen dat
A
hele families samen de grens oversteken
B
familieleden een eerder gemigreerd familielid volgen
C
er geld opgestuurd wordt naar achterblijvende familie

Slide 7 - Quizvraag

Gezinshereniging is een vorm van kettingmigratie
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Kettingmigratie is een vorm van
A
Politieke migratie
B
Sociale migratie
C
Economische migratie

Slide 9 - Quizvraag

Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De migratie vanuit het midden en zuiden van Mexico naar de noordelijke deelstaten is ook zichtbaar in de leeftijdsopbouw van deze deelstaten.
Op welke twee manieren wijkt de leeftijdsopbouw van de grensregio af van de leeftijdsopbouw in Mexico? Meerdere antwoorden zijn juist!


A
De grensstreek heeft een jongere bevolking
B
In de grensstreek zijn beter geschoolden oververtegenwoordigd.
C
De grensstreek heeft een oudere bevolking.
D
In de grensstreek zijn jonge vrouwen oververtegenwoordigd.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Noteer een voordeel en een nadeel voor het herkomstgebied als er veel mensen emigreren

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Mensen uit zeer arme landen hebben om te migreren...
A
Hoge aspiraties en veel mogelijkheden.
B
Lage aspiraties en veel mogelijkheden.
C
Hoge aspiraties en weinig mogelijkheden.
D
Lage aspiraties en weinig mogelijkheden.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een sociaal-cultureel gevolg voor het herkomstgebied van migranten?
A
Thuisblijvers krijgen minder aspiraties.
B
Familie van migranten krijgen meer aanzien.
C
Het gebied van herkomst moderniseert niet.
D
Nieuwe normen en waarden worden niet geaccepteerd.

Slide 21 - Quizvraag

Migratie en aspiraties: men wil wel, maar men kan niet....
Dit leidt tot:
A
geen migratie
B
beperkte migratie
C
migratiepiek
D
afnemende migratie

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide