Spreekvaardigheid thema "vrije tijd" les 2

intro
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
inburgeringVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

intro

Slide 1 - Tekstslide

het thema van deze week is 'wonen'





lesplan 
1. instructie/ uitleg
2. oefenen in groepjes/ tweetallen
3. nabespreken (klassikaal) --> proces en product

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik vorige les
De vorige les heb je woorden geleerd en standaardzinnen geleerd die horen bij het thema:
vrije tijd

We hebben elkaar feedback gegeven op 
adequaatheid en woordenschat. 
Hoe ging dat?

Slide 3 - Tekstslide

De vorige les hebben we elkaar feedback gegeven op:

Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een antwoord geven op de gestelde vraag.

Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.
goed
fout
Maak korte zinnen
die te maken hebben
met vrije tijd

Slide 4 - Woordweb

voorkennis activeren

Omdat deze les gelet wordt op de grammatica en zinsbouw, starten we met het verzamelen van zinnen.

Welke zinnen zijn goed, welke niet? Sleep de zinnen om te categoriseren.
beoordelingscriteria spreken A2
1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een  antwoord geven op de gestelde vraag.
2. Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.
3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.
4. Vloeiendheid: Het antwoord komt er vloeiend en makkelijk uit.
5. Samenhang: De voegwoorden, zoals 'maar, omdat, want, en, of' worden correct gebruikt. De verwijswoorden, zoals  'hij, zij, die dat' worden correct gebruikt.
6. Verstaanbaarheid: Het antwoord is verstaanbaar.

* Als punt 1 onvoldoende is, is de score 0!

Slide 5 - Tekstslide

Dit zijn de beoordelingscriteria voor spreken.


instructie
Deze les geven we elkaar feedback  op:

3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.

4. Vloeiendheid: Het antwoord komt er vloeiend en makkelijk uit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. oefenen

Slide 7 - Tekstslide

Bij online les kan de docent een praatje maken met verschillende cursisten, beurtelings.
2. oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Bespreek de plaatjes klassikaal.  Laat de cursist zinnen maken. Geef beurten en geef feedback zoals afgesproken.
2. oefenen

Slide 9 - Tekstslide

De cursisten bedenken in tweetallen een verhaal bij de foto. Ze mogen de vragen gebruiken. 
Ze geven elkaar feedback volgens de afgesproken criteria.
2. oefenen
Kijk naar de foto.
Geef antwoord op de vragen.
Bedenk je eigen verhaal.

Slide 10 - Tekstslide

De cursisten bedenken in tweetallen een verhaal bij de foto. Ze mogen de vragen gebruiken.
Ze geven elkaar feedback volgens de afgesproken criteria.
oefenen
Je vriend(in) belt je op en vertelt dat hij/zij ontslagen is.
Voer het gesprek. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Hoe ging het?
Het spreken ging vandaag:
- makkelijk
- moeilijk
- saai
- fijn
- gewoon
- ontspannen
- spannend

, omdat.............................


Slide 12 - Tekstslide

Als er tijd is kunnen de cursisten hun verhaal delen in de klas.

Daarna evaluatie op proces en product
Wat heb je geleerd?
1. Adequaatheid: Ik begrijp het antwoord. Er wordt een antwoord geven op de gestelde vraag.
2. Woordenschat: De gebruikte woorden passen bij de gestelde vraag.
3. Grammatica: Er worden geen fouten gemaakt in de werkwoorden, meervouden en zinsopbouw.
4. Vloeiendheid: Het antwoord komt er vloeiend en makkelijk uit.
5. Samenhang: De voegwoorden, zoals 'maar, omdat, want, en, of' worden correct gebruikt.
De verwijswoorden, zoals 'hij, zij, die dat' worden correct gebruikt.
6. Verstaanbaarheid: Het antwoord is verstaanbaar.


* Als punt 1 onvoldoende is, is de score 0!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies