Nederlands 23HV2 28 maart

Nederlands 
28 maart
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
28 maart

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Pitches
  •  Sollictatiequiz
  • Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Planning deze week

Slide 3 - Tekstslide

Pitches
  • Iedereen doet vandaag haar pitch voor de klas
  • Als iemand aan het pitchen is, ben je stil en luister je actief naar de pitch
  • Geen pitch = geen punten
  • Wie wil beginnen?
  • Als niemand als eerste wil, maken we een lijst met jullie namen in willekeurige volgorde en houden we die lijst aan 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Sollicitatiequiz
Scan de qr-code zodat je mee kan doen met de quiz

TIP: lees de vragen en antwoorden goed voordat je antwoord geeft

Slide 6 - Tekstslide

Wie is de afzender?

Slide 7 - Open vraag

Wat noteer je op de eerste regel bij de geadresseerde?

Slide 8 - Open vraag

Welke vorm is goed?
A
T.A.V.
B
T.a.v
C
T.a.v.

Slide 9 - Quizvraag

Welke twee woorden noteer je letterlijk in je sollicitatebrief?
A
Datering en Betreft
B
T.a.v. en Betreft
C
Naam en Betreft

Slide 10 - Quizvraag

Welke volgorde is goed?
A
afzender - geadresseerde - datum- betreft
B
geadresseerde - afzender - datering - betreft
C
afzender - datering - geadresseerde - betreft

Slide 11 - Quizvraag

Welke datering is goed?
A
Emmeloord, 28-03-24
B
Emmeloord 28 maart 2024
C
28 maart 2024, Emmeloord
D
Emmeloord, 28 maart 2024

Slide 12 - Quizvraag

Welke openingszin is overtuigend?
A
Als u nog opzoek bent naar een drukke werknemer, bent u bij mij aan het goede adres!
B
U moet mij aannemen, want ik ben geweldig!
C
Als u nog naar een hardwerkende werknemer opzoek bent, bent u bij mij aan het goede adres!
D
Hallo collega!

Slide 13 - Quizvraag

Wat vertel je NIET in de inleiding?
A
Waarom je bij het bedrijf wil werken
B
Hoe je aan de vacature bent gekomen
C
Wie je bent
D
Voor welke functie je solliciteert

Slide 14 - Quizvraag

Wat vertel je NIET in de tweede alinea?
A
Waarom je bij het bedrijf wil werken
B
Op welke afdeling je wil werken
C
Waarom je geschikt bent
D
Wat je ervaring is

Slide 15 - Quizvraag

Welke afsluitende zin is NIET goed?
A
U zal mij echt moeten aannemen, want ik ben een grote aanwinst voor uw bedrijf.
B
Ik hoop mijn motivatie verder toe te kunnen lichten tijdens een gesprek.
C
Ik hoop snel een reactie van u te krijgen en ik zou mijn sollicitatie verder toe willen lichten in een gesprek.

Slide 16 - Quizvraag

Welk einde van de brief is goed?
A
Met vriendelijke groet - handtekening - naam
B
Met vriendelijke groet - naam - handtekening - Bijlage: cv
C
Met vriendelijke groet - handtekening - naam - Bijlage: cv

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent 'curriculum vitae'?
A
Levensloop
B
Persoonlijk
C
Werkervaring
D
Levenswerk

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een rekening
B
Een advertentieoproep waarbij gevraagd wordt naar personeel
C
Kranten, internet, uitzendbureaus

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn referenties?
A
Karaktereigenschappen
B
Personen die iets positiefs over je kunnen zeggen
C
(oude) werkgevers die iets positiefs over je kunnen zeggen

Slide 20 - Quizvraag

Aan het werk
Taalblokken: Module bouwstenen 2F > Hoofdstuk 3 > 3.5 Spreken opdracht 1 en 2, 6, 7, 8, 9a-d

Slide 21 - Tekstslide