Het Romeinse Rijk

Romeinen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over de Romeinen?

Slide 3 - Woordweb

Wat moet je kennen en kunnen na deze les?
Je kunt vertellen hoe en wanneer de Romeinen hun rijk veroverden.
Je kunt (met twee voorbeelden) vertellen wat de Grieks-Romeinse cultuur is.
Je kunt vertellen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich over het Romeinse Rijk verspreidde.
Je kunt vertellen wat er in de veroverde gebieden veranderde door de komst van de Romeinen.

Slide 4 - Tekstslide

Rome - gesticht door Romulus en Remus?
Rome is ontstaan rond 750 v.C.
Eerst bestuurd door koningen, later door een kleine groep rijke families.

Slide 5 - Tekstslide


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werd het Romeinse Rijk zo groot?
De Romeinen hadden een beroepsleger. De Romeinse soldaten werden goed opgeleid en hadden een goede uitrusting. Een soldaat die 25 jaar had gevochten voor Rome kreeg een stuk land waar hij kon leven. Ook legden de Romeinen goede wegen aan zodat ze zich snel konden verplaatsen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die
  • uitlopen in burgeroorlogen. Julius Caesar wordt, met hulp van het leger, de baas in Rome en benoemd zichzelf tot dictator.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 12 - Tekstslide


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en zijn geliefde: Cleopatra

Slide 13 - Tekstslide


Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft hem de titel Augustus ('de verhevene').
  • Augustus wordt de eerste keizer van het Romeinse Rijk.

Slide 14 - Tekstslide


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 15 - Tekstslide

Pax Romana
27 v. Chr.

  • Met keizer Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)
  • De keizer laat de grenzen goed bewaken en zorgt ervoor dat Romeinen niet met elkaar vochten.
  •   De Romeinen legden overal wegen en bruggen aan, ze stichtten steden. Handel en welvaart stijgen.

Slide 16 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Maak de opdrachten bij §3 Het Romeinse Rijk op de computer.

Slide 17 - Tekstslide

Romeinen         Grieken 
De Romeinen veroverden Griekenland vanaf 200 v.C. Ze vonden de Griekse cultuur erg mooi en bijzonder en namen erg veel over van de Griekse beeldhouwkust en bouwkunst. Ook nemen ze de goden van de Grieken over en gebruiken ze, net als de Grieken, olijfolie.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Romeinse gebruiken
De Romeinen hadden natuurlijk ook hun eigen gebruiken. Zo droegen ze witte toga's. Ze spraken Latijn en rekenden met Romeinse cijfers. Ze hielden van gladiatorenspelen en paardenrennen en vereerden hun keizers als goden.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Romanisering

Slide 22 - Tekstslide

Romanisering
Het Romeinse Rijk had zich verspreid door heel Europa, de Romeinen die in de veroverde gebieden woonden gingen door met hun Romeinse manier van leven. Ze gebruikten Romeins aardewerk, glas, olijfolie en wijn en betaalden met Romeins geld. Er werden tempels, theaters en badhuizen gebouwd.
De rijkere niet-Romeinen wilden ook als Romeinen leven en gingen ook toga's dragen, spraken Latijn en dronken wijn.

Slide 23 - Tekstslide

Verschillende vondsten gedaan in Nederland

Slide 24 - Tekstslide

Bataven in Nederland
De Bataven waren een Germaans volk dat in Nederland leefde. Ze werkten samen met de Romeinen. Ze hadden hun eigen goden. Als Bataafse man moest je meevechten in het Romeinse leger. Als je dit lang genoeg had gedaan kon je Romeins burger worden.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe kan het Romeinse Rijk zich zo snel verspreidden?
A
Veel mensen willen bij de Romeinen horen.
B
De Romeinen hebben een goed leger en veroveren veel gebied.
C
De Romeinen krijgen veel kinderen die overal gaan wonen.
D
Het Romeinse Rijk was helemaal niet zo groot.

Slide 26 - Quizvraag

Wie was de eerste keizer van het Romeinse Rijk?
A
Keizer Julius Caesar
B
Keizer Nero
C
Keizer Augustus
D
Keizer Antonius

Slide 27 - Quizvraag

Wie was Julius Caesar?
A
Een dictator van Rome
B
Een belangrijk schrijver
C
Een Romeinse god
D
De koning van Rome

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent Pax Romana?
A
Romeinse oorlog
B
Romeinse taal
C
Romeinse vrede
D
Romeinse school

Slide 29 - Quizvraag

Wat namen de Romeinen niet over van de Grieken?
A
Goden
B
Tempels
C
Gladiatorengevechten
D
Beeldhouwkunst

Slide 30 - Quizvraag

De mensen uit veroverde gebieden namen de cultuur van de Romeinen over. Hoe noemen we dit?
A
Romanisering
B
Grieken
C
Romantisch
D
Bataven

Slide 31 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • beroepsleger
  • keizer
  • romanisering
  • Germanen / Bataven
  • Romeinse cultuur
  • tempel
  • slaaf

Slide 32 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 33 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 34 - Open vraag

Zelf aan het werk
Maak nu de opdrachten bij §4 Romanisering op de computer.

Slide 35 - Tekstslide