1 When do you practise your hobby?
Wanneer beoefen je jouw hobby?
2 I like to go skateboarding with friends.
Ik vind het leuk om te gaan skateboarden met vrienden.
3 It is a great hobby because it is very exciting.
Het is een geweldige hobby, omdat het erg spannend is.
4 His passions are dancing and mountain biking.
Zijn passies zijn dansen en mountainbiken.