In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Mein Lieblingsfoto aus Paris
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Open vraag
Wie war es denn eigentlich in Paris?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
Was gibt es Neues in der Welt? 100 Sekunden Nachrichten 27/03/2024
Slide 5 - Woordweb
Welche neue Wörter hast du heute gehört?
Slide 6 - Woordweb
Programm
Examentraining
Duits
Individuelle Analyse und Begleitung
Slide 7 - Tekstslide
Examentips Duits
Examentip #1
Examentip Duits #1: Lees oude vragen door
Elk examen Duits kent min of meer dezelfde vraagstelling. Als je de vragen uit oude examens goed doorneemt, begrijp je op welke manier de vragen zullen worden gesteld tijdens het examen van dit jaar.
Examentip #2
Examentip Duits #2: Let op signaalwoorden en kernzinnen
Tijdens het examen heb je beperkt tijd om de teksten te lezen en de vragen te beantwoorden. Let daarom goed op de signaalwoorden in de tekst, maar ook op de eerste en laatste zinnen in elke alinea. Deze bevatten vaak belangrijke informatie.
Examentip #3
Examentip Duits #3: Zorg voor een grote woordenschat
In de examenteksten zitten vaak moeilijke woorden. Door de oude examenteksten een paar keer door te nemen en de moeilijke woorden op te zoeken, vergroot je je woordenschat.
Examentip #4
Examentip Duits #4: Zoek niet elk woord op in je woordenboek
Op het examen Duits heb je geen tijd om elk woord dat je niet kent op te zoeken in je woordenboek. Ga daarom slim om met je woordenboek. Zoek enkel de woorden op die je nodig hebt voor je begrip van de tekst of het beantwoorden van de vraag.
Examentip #5
Examentip Duits #5: Gebruik een app om je woordenschat Duits te vergroten
Duits leren is leuker door middel van een app. Er zijn veel gratis apps beschikbaar. Deze kunnen je helpen met het vergroten van je woordenschat Duits. En dat zal je weer helpen op het examen, doordat je teksten beter begrijpt en minder woorden hoeft op te zoeken!
Slide 8 - Tekstslide
Examentraining
Keuze #1: Examenbundel
Oefenen met je Examenbundel!
Maak oude examens in je Examenbundel VWO Duits!
Keuze #2: Examensprint
Oefenen met Examensprint (online)!
Maak oude examens óf train gericht via Examensprint online!
Keuze #3: Woordenschat
Woordenschat vergroten!
Leer de signaalwoorden en kernzinnen!
Vergroot je woordenschat (Examenidioom VWO Duits / App)!
Keuze #4: Auteursintenties
Herkennen van de auteursintenties
Maak een ‘mindmap’ of schema van een CITO tekst
Keuze #5: Hoofdgedachtes
Hoofdgedachte van een tekstgedeelte of alinea bepalen
Maak tussenkopjes bij een tekst
Noteer de kernwoorden uit de alinea
Een examentekst goed lezen, samenvatten en vragen maken
Ga lezen met de placemat
Keuze #6: Meerkeuzevragen
Kruip in de huid van CITO
Maak zelf een aantal multiple choice vragen bij een tekst
Bedenk zelf de antwoorden bij de multiple choice vragen en vergelijk die met de echte antwoord opties
Keuze #7: Woordenboekgebruik
Vergroot je woordenschat en woordenboekgebruik
Welke woorden selecteer je in de tekst om op te zoeken?
Slide 9 - Tekstslide
1. Du kennst den Wortschatz von den Examenidiomen 1 bis 20.
2. Du kannst den neuen Wortschatz anwenden.
3. Du kennst den Aufbau des Textes.
Slide 10 - Tekstslide
Programm
1. Wortschatz:
Examenidioom 1 bis 20
(Lernen und Wiederholen)
Quiz
Slide 11 - Tekstslide
Examenidioom
1 bis 5
Du kennst die Wörter von Examenidioom 1 bis 5. 2. Du kannst die Wörter von Examenidioom 1 bis 5 anwenden.
Achtung!
Du musst nicht alle Wörter aus deinem Buch "Examenidioom VWO Duits" lernen!
Von jedem Examenidioom musst du 20-25 Wörter kennen! Diese 20-25 Wörter findest du auf Quizlet! Melde dich also schnell für die Klasse in Quizlet an: https://quizlet.com/join/BfKfdRAh5
Du musst die Wörter vom Deutschen ins Niederländische übersetzen können!
Lernen mit Quizlet
Lerne die Wörter von Examenidioom 1 bis 5 in Quizlet!
Achtung: Du hast für das Lernen nur 20 Minuten Zeit!
Meine Eltern führen schon seit zwanzig Jahren eine glückliche ... .
A
Trennung
B
Benehmen
C
Ehe
D
Schicksal
Slide 16 - Quizvraag
Welches Wort passt nicht in die Reihe?
A
Nachkommen
B
Vorfahren
C
Verwandtschaft
D
Schicksal
Slide 17 - Quizvraag
2 Schule, Ausbildung und Erziehung
Slide 18 - Tekstslide
Übersetze: die Ausbildung
A
het studieadvies
B
het lokaal
C
de opvoeding
D
de opleiding
Slide 19 - Quizvraag
Weil ich so gute Noten habe, habe ich ein ... bekommen.
A
Fehler
B
Stipendium
C
Zeugnis
D
Semester
Slide 20 - Quizvraag
Weil ich so gute Noten habe, habe ich ein ... bekommen.
A
Fehler
B
Stipendium
C
Zeugnis
D
Semester
Slide 21 - Quizvraag
3 Gesundheit und Sport
Slide 22 - Tekstslide
Gegen Corona gibt es schon lange eine ... .
A
Impfung
B
Nerv
C
Nebenwirkung
D
Ausdauer
Slide 23 - Quizvraag
Welches Wort ist das Gegenwort zu: seelisch
A
behindert
B
süchtig
C
nahrhaft
D
körperlich
Slide 24 - Quizvraag
4 Gefühle und Ansichten
Slide 25 - Tekstslide
Ordne die Emojis den Gefühlen / Empfindungen zu.
die Freude
sich freuen auf
die Sorgen
besorgt
die Verzweiflung
verzweifelt
Slide 26 - Sleepvraag
Welches Wort ist ein Synonym von: empfinden
A
schätzen
B
spüren
C
fühlen
D
bereuen
Slide 27 - Quizvraag
5 Raum, Ausmaß und Zeit
Slide 28 - Tekstslide
Welches Wort passt zu: die Vergangenheit
A
die Menge
B
die Gegenwart
C
die Lage
D
die Entfernung
Slide 29 - Quizvraag
Du musst ... mit dem Lernen beginnen!
A
derzeit
B
ständig
C
rechtzeitig
D
häufig
Slide 30 - Quizvraag
6 Leben und Lebendiges
Slide 31 - Tekstslide
Aufbau eines Textes?
Slide 32 - Woordweb
Textaufbau
Wie ist ein Text aufgebaut?
Teksten bestaan uit een inleiding, een middenstuk en een slot. Deze opbouw geeft een tekst structuur. In een overzichtelijke tekst zijn deze drie tekstdelen op hun beurt weer opgebouwd uit alinea’s.
Absätze
Elke alinea heeft binnen de tekst een functie. Deze functie geeft je informatie over het verband tussen de alinea’s. Alinea’s kunnen bijvoorbeeld iets beargumenteren, voorbeelden geven, iets samenvatten of iets tegenspreken.
Alinea’s, maar ook zinnen, komen vaak voor in vaste ‘paren’. Zo volgt er op de beschrijving van een probleem in de volgende zin of alinea meestal een oplossing.
Examenbundel Leesstrategie d struktuur van de tekst
Aufgabe D2.4 Seite 81
Welche Funktionen von Absätzen gehören zusammen? Wähle jeweils die richtige Funktion. Manchmal sind mehrere Antworten möglich.
CITO Text Puzzel
Setzt die Absätze des Text so schnell wie möglich in die richtige Reihenfolge.
Tipp
In het Nachschlageteil Lesen vind je een lijst van de belangrijkste functies van alinea’s met hun betekenis. Leer deze lijst uit je hoofd.
Kern
De zin die de belangrijkste informatie van een alinea weergeeft, noem je de kernzin. De kernzinnen uit de alinea’s leiden je naar de hoofdgedachte van de tekst. Het belangrijkste wat de schrijver van een tekst wil vertellen, noem je de hoofdgedachte. De hoofdgedachte van een tekst bestaat uit één zin.