Energie / Klimaat

Energie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Energie

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord "energie"?
Geef 3 zaken.

Slide 2 - Woordweb

Welke bewering over energie is juist?
A
Een mogelijkheid om iets te laten werken .
B
Alles wat beweegt, warm is of iets doet.
C
Energie kent veel verschillende vormen én bronnen.
D
Alle beweringen zijn juist.

Slide 3 - Quizvraag

Waarvoor heb je vandaag al energie gebruikt?
Geef enkele voorbeelden.

Slide 4 - Woordweb

Heb je vanmorgen gedoucht? Dan werd het water misschien wel opgewarmd met gas.

Het licht in je kamer werkt op elektriciteit, misschien wel geproduceerd uit wind.

Kwam je met het openbaar vervoer of de auto? Dan bestaat de kans dat je vervoermiddel reed op benzine geproduceerd uit olie.

Je ziet het: energie kunnen we halen uit verschillende bronnen

Jouw energieverbruik.

Slide 5 - Tekstslide

Het grootste deel van de elektriciteit wordt geproduceerd door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals aardgas en steenkool.

Daarnaast wordt elektriciteit ook duurzaam gemaakt, bijvoorbeeld met windturbines.

De bron die gebruikt wordt om elektriciteit mee te maken, bepaalt of het om duurzame (groene) of niet-duurzame (grijze) elektrische energie gaat.
Energiebronnen

Slide 6 - Tekstslide

Groene en grijze energie

Slide 7 - Tekstslide

Grijze energie

Slide 8 - Tekstslide


Bronnen waarmee niet-duurzame (grijze) energie geproduceerd wordt noemen wij “fossiele brandstoffen”.
Wat zijn fossiele brandstoffen precies?


A
Olie gemaakt van op niet-duurzame manier geteelde raapzaad
B
Natuurlijke bronnen waarmee groene energie opgewekt wordt
C
Stoffen gevormd uit de overblijfselen van dieren en planten
D
Recentelijk ontwikkeld materiaal dat energie levert door verbranding.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen fossiele brandstof?
A
aardolie
B
steenkool
C
zonne-energie
D
aardgas

Slide 10 - Quizvraag

Fossiele brandstoffen in beeld:

Slide 11 - Tekstslide

Wat is slecht aan fossiele brandstoffen?
A
Het is onuitputtelijk.
B
Het maakt CO2 aan.
C
Het maakt licht.
D
Het maakt fossielen.

Slide 12 - Quizvraag

Veruit de meeste energie die we gebruiken komt van fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en kolen. 
Deze fossiele brandstoffen zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen, en bovendien veroorzaken ze de nodige vervuiling.

Fossiele brandstoffen zijn niet-hernieuwbare energiebronnen.
Wat zijn fossiele brandstoffen?
Fossiele brandstoffen zijn honderden miljoenen jaren geleden gevormd uit de overblijfselen van dieren en planten. Net als herkenbare fossiele dieren en planten zijn fossiele brandstoffen geconserveerd in steenlagen.
We vinden ze in de bodem in de vorm van steenkool, aardolie, aardgas, maar ook dicht aan de aardoppervlakte, zoals bijvoorbeeld bruinkool.

Fossiele brandstof
Niet-hernieuwbare energiebronnen:
  • Bronnen die niet worden aangevuld
  • Bronnen die na een tijd opraken
  • Alle fossiele brandstoffen zijn (in de tijd van mensheid) niet-hernieuwbaar

Slide 13 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen zijn rijk aan koolstof. Door ze te verbranden, bijvoorbeeld in de motor van een auto, reageert de koolstof met zuurstof uit de lucht. Hierbij ontstaat koolstofdioxide (CO2).
Dit gas komt van nature voor in de lucht. Dat is maar goed ook, het heeft een aantal belangrijke functies:

Het is noodzakelijk voor de groei van planten (fotosynthese). 

Fotosynthese is het proces waarbij planten water en koolstofdioxide (CO2), onder invloed van energie uit licht, omzetten in zuurstof en glucose (suiker). Deze suiker wordt vervolgens door de plant als voedsel gebruikt.
(Een plant is het enige levende organisme dat zelf zijn voedsel kan maken.)
1
Het werkt als een warmte isolerende deken rond de Aarde. Zonder CO2 zouden zonnestralen naar de ruimte weerkaatsten en zou het te koud zijn op aarde (broeikasgas). 
2
Wat is dan het probleem?
Probleem?

Slide 14 - Tekstslide

Probleem...
Door (onder andere) de verbranding van fossiele brandstoffen komt er veel extra kooldioxide (CO2) vrij in de atmosfeer. 
Andere belangrijke broeikasgassen waarvan de hoeveelheid in de atmosfeer toeneemt door toedoen van menselijk handelen, zijn methaan en lachgas. 

De toename van deze gassen in de atmosfeer versterkt het broeikaseffect en dit leidt tot een warmer klimaat. 

Bekijk deze video maar eens!

Slide 15 - Tekstslide

Waaraan denk je bij de term 'groene energie', geef een 3-tal dingen die in je opkomen of wat je al weet.

Slide 16 - Woordweb

Groene energie

Slide 17 - Tekstslide

Enkele voorbeelden:

Slide 18 - Tekstslide

Groene energie, ook wel duurzame energie genoemd, is energie die wordt opgewekt uit natuurlijke bronnen die zichzelf aanvult en niet opraken. Dit type energie is veel beter voor het milieu dan energie uit fossiele brandstoffen zoals steenkool en aardgas. Groene energie veroorzaakt weinig tot geen uitstoot van broeikasgassen, die bijdragen aan de klimaatverandering. De belangrijkste soorten groene energie zijn zonne-energie, windenergie, waterkracht.

Slide 19 - Tekstslide

Bronnen van duurzame (groene) energie:
Bronnen van niet-duurzame (grijze) energie:
Steenkool
Aardgas
Water
Aardolie
Zon
Wind
Bruinkool

Slide 20 - Sleepvraag

Energievreters wil zeggen, zaken die heel veel energie verbruiken.
Wat zijn volgens jou
energievreters bij jou thuis?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Video

Hoe kan je energie besparen
volgens deze video?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Waarvoor staat dit label?

Slide 25 - Open vraag

Energie besparen
Energie verspillen
Het licht laten branden.
Verwarming aan = ramen open
GSM 's nachts laten opladen
Lamp met een sensor
Computer volledig afsluiten
met de hand afwassen
Koud douchen

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Video

Waar ga jij op letten
om energie te besparen?

Slide 28 - Open vraag