Herhaling 3.1 en 3.2

3.1 en 3.2
herhaling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.1 en 3.2
herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. lesopening
2. huiswerk nakijken
3. herhalen lesstof 3.1 en 3.2
4. maken opdrachten 
5. Kahoot/ evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

3.1
Karel de Grote

Karel liet zich kronen tot keizer.
In ruil voor deze kroning beloofde hij de paus te helpen

Slide 3 - Tekstslide

3.1
Karel de grote kon het rijk niet alleen besturen. 
- Hij leent gebieden uit: edelen.
- Een edele kon een graaf of hertog zijn.
- graafschap of hertogdom --> advies en ridders leveren
- Alle edelen samen noemen we Adel.

Slide 4 - Tekstslide

3.1
De paus wilde dat iedereen in het Frankische rijk christelijk werd.
- De paus gaf hiervoor opdracht aan monniken.
- Karel de Grote hielp door ridders met monniken mee te sturen.
- Uiteindelijk werd bijna iedereen in Europa christen, soms met geweld.

Slide 5 - Tekstslide

3.1
In de kerken die werden gebouwd was de priester de baas.
- Een priester geeft preken
- Monniken en Nonnen leefden in een klooster.

- Mensen die werken in dienst van geloof noemen we geestelijke.

Slide 6 - Tekstslide

3.2
Op het moment dat de Franken machtig werden in Europa, Woonde in de Arabische stad Mekka een handelaar.
Zijn naam was Mohammed. 
- Hij kreeg vanaf 610 verhalen door van god
- Mohammed werd de booschapper van Allah --> profeet
- Zo ontstond er een nieuwe godsdienst --> islam

Slide 7 - Tekstslide

3.2
In Medina stichtte Mohammed een islamitische staat.
De mensen daar moesten zich houden aan de regels van de Islam.
Mohammed was hier politiek en godsdienstig leider.
Het gebedshuis heet een moskee

Slide 8 - Tekstslide

3.2
Naast Mekka en Medina was Jeruzalem ook belangrijk voor moslims. 
Volgens moslims zou Mohammed vanuit Jeruzalem een reis naar de hemel hebben gemaakt.
Op die plek werd de Rotskoepelmoskee gebouwd

Slide 9 - Tekstslide

3.2
De kaliefen veroverden een groot rijk.
In dat rijk moest iedereen zich aan dezelfde wetten houden en luisteren naar de leider.
-Ze spraken Arabisch, ze waren moslim en bouwden ze moskeeën.
-In 756 viel het islamitische rijk uiteen, maar ook in de kleineren gebieden die ontstonden leefde iedereen op dezelfde manier

Slide 10 - Tekstslide

3.2
Al deze gebieden samen noemen we de Arabische wereld.
De meeste Arabische heersers gingen vaak met respect met joden en christenen om, ze waren verdraagzaam.
Dat kwam omdat joden en christenen in dezelfde God als de moslims. 
- Wel moesten joden en christenen meer belasting betalen. 
- Mensen die in meerdere goden geloofden moesten moslim worden.

Slide 11 - Tekstslide

Maken 
maken herhalingsopdrachten op blz 
89 + 96

Slide 12 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/share/duplicaat-van-karel-de-grote/2b413bc3-f57a-4521-bf7e-dac5475fe3fc

Slide 13 - Tekstslide