H3 Spelling - Getallen

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3I

Vandaag...

- Herhaling (foutieve) beknopte bijzin
- Spelling H3: getallen


Leerdoelen:
- Ik weet wanneer ik getalen en/of letters moet schrijven. 


Huiswerk vrijdag 25 maart
Maken:
Spelling H3: opdr. 1 t/m 7
Spelling H4: opdr. 1 t/m 6
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3I

Vandaag...

- Herhaling (foutieve) beknopte bijzin
- Spelling H3: getallen


Leerdoelen:
- Ik weet wanneer ik getalen en/of letters moet schrijven. 


Huiswerk vrijdag 25 maart
Maken:
Spelling H3: opdr. 1 t/m 7
Spelling H4: opdr. 1 t/m 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Terugblik
  • Spelling H3
  • Zelf/samen oefenen

Doel: ik weet wanneer ik getalen en/of letters moet schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Is de beknopte bijzin goed of fout? 

  • Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
  • In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
  • Na koffie gedronken te hebben, vervolgden we onze reis.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Is de beknopte bijzin goed of fout? 

  • Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
  • In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
  • Na koffie gedronken te hebben, vervolgden we onze reis.

Slide 4 - Tekstslide

De Grote Repetitie P2
Grammatica H3 - Verwijzen
Formuleren H3 - Fouten met verwijswoorden

Grammatica H4 - Beknopte bijzin
Formuleren H4 - Beknopte bijzin controleren

Spelling H3 - Getallen
Spelling H4 - Woorden korter schrijven

Spelling ww H3 + H4 - Herhaling lastige ww-vormen
Toets in week 13 
vrijdag 1 april

Slide 5 - Tekstslide

Spelling H3 - Getallen
Getallen schrijf je soms in letters en soms in cijfers. 
Leer de regels uit je hoofd! 




Slide 6 - Tekstslide

Spelling H3 - Getallen
Letters:
  • hele getallen van één tot en met twintig: vier;
  • tientallen tot honderd: vijftig;
  • honderdtallen tot duizend: achthonderd;
  • duizendtallen tot tienduizend: zesduizend;
  • honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen: negenhonderdduizend;




Slide 7 - Tekstslide

Spelling H3 - Getallen
Cijfers:
  • getallen boven de twintig: 88 miljoen, 23;
  • maten, gewichten, data, exacte tijdstippen, e.d.: 7 meter, 19 kilo, 30 januari.




Slide 8 - Tekstslide

Spelling H3 - Getallen
LET OP:
  • Breuken schrijf je los: een vierde: 1/4, behalve in een samenstelling: eenderdeminderheid 
  • Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van woorden en cijfers wordt. 
  • Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 22 duizend
  • Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema: drieënhalf




Slide 9 - Tekstslide

Spelling H3
Getallen schrijf je soms in letters en soms in cijfers. 

Letters:
  • hele getallen van één tot en met twintig: vier;
  • tientallen tot honderd: vijftig;
  • honderdtallen tot duizend: achthonderd;
  • duizendtallen tot tienduizend: zesduizend;
  • honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen: negenhonderdduizend;
  • rangtelwoorden van de getallen hierboven: twaalfde.

Cijfers:
  • getallen boven de twintig: 88 miljoen, 23;
  • maten, gewichten, data, exacte tijdstippen, e.d: 7 meter, 19 kilo, 30 januari.

Slide 10 - Tekstslide

Julia koopt ......... tijdschriften per week.​
A
6
B
zes

Slide 11 - Quizvraag

Otto speelde met …. vrienden een potje Fortnite. ​
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 12 - Quizvraag

De staatsgreep vond plaats op ..........​
A
Vijftien mei negentieneenenzestig​
B
15 – 5 – 1961​
C
15 mei negentieneenenzestig​
D
15 mei 1961

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak Spelling H3: opdr. 1 t/m 7
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.
Werk uit het boek!

Klaar? 
Maak de extra opdracht (8), begin vast met opdr. 9 en 10 
 of ga lezen uit je leesboek.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Ik weet wanneer ik getallen in letters of in cijfers moet schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Huiswerk
Maandag 21 maart:
  • Spelling H3: opdr. 1 t/m 7
  • Spelling H4: opdr. 1 t/m 6





 

Slide 16 - Tekstslide