à + lidwoord & de + lidwoord
timer
0:30
wat betekent
à?
à?
1 / 15
Onderdelen in deze les
timer
0:30
wat betekent
à?
à?
Slide 1 - Woordweb
timer
0:30
en wat betekent
'de'?
'de'?
Slide 2 - Woordweb
hoe zeg je in het Frans:
het station?
het station?
A
le gare
B
la gare
Slide 3 - Quizvraag
timer
0:45
hoe zeg je dan:
'naar het station'?
'naar het station'?
Slide 4 - Woordweb
timer
0:45
en hoe:
'naar het hotel'?
'naar het hotel'?
Slide 5 - Woordweb
Wat is in het Frans:
de bioscoop?
de bioscoop?
A
le bios
B
la bios
C
le cinéma
D
la cinéma
Slide 6 - Quizvraag
timer
0:30
en hoe zeg je dan:
'naar de bioscoop?'
'naar de bioscoop?'
Slide 7 - Woordweb
Wat is in het Frans:
de wedstrijden?
de wedstrijden?
A
les matchs
B
les games
C
les match
D
les game
Slide 8 - Quizvraag
timer
0:45
hoe zeg je dan:
'naar de wedstrijden?'
'naar de wedstrijden?'
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
de + le --> du
de + la --> de la
de + l' --> de l'
de + les --> des
timer
0:45
dus hoe zeg je dan:
'van de jongen'?
'van de jongen'?
Slide 11 - Woordweb
de + le --> du
de + la --> de la
de + l' --> de l'
de + les --> des
timer
0:30
en hoe zeg je:
'van het meisje'?
(fille)
'van het meisje'?
(fille)
Slide 12 - Woordweb
de + le --> du
de + la --> de la
de + l' --> de l'
de + les --> des
timer
0:30
en:
'van het hotel'?
'van het hotel'?
Slide 13 - Woordweb
Tekstde + le --> du
de + la --> de la
de + l' --> de l'
de + les --> des
timer
0:30
en tenslotte:
'van de ouders'?
'van de ouders'?
Slide 14 - Woordweb
timer
0:30
dus wat moet je goed
leren bij elk zelfs nw?
leren bij elk zelfs nw?
