Verschillende werkwoordsvormen

Het hondje (gehoorzamen) goed na de puppycursus.
A
gehoorzaamd
B
gehoorzaamt
C
gehoorzaamdt
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het hondje (gehoorzamen) goed na de puppycursus.
A
gehoorzaamd
B
gehoorzaamt
C
gehoorzaamdt

Slide 1 - Quizvraag

Mijn broer is (vragen) als penningmeester.
A
gevraagt
B
gevraagdt
C
gevraagd

Slide 2 - Quizvraag

Laat hem maar even rustig zitten; over een half uurtje zal hij wel (bedaren) zijn.
A
bedaard
B
bedaart
C
bedaardt

Slide 3 - Quizvraag

De dief was op de gestolen fiets gevlucht, maar hij werd door een agent (achterhalen).

A
achterhaald
B
achterhaalt
C
achterhaaldt

Slide 4 - Quizvraag

Het(bedroeven) me zeer dat anderen goede sier willen maken met mijn verdiensten.

A
bedroefd
B
bedroeft
C
bedroevdt
D
bedroevt

Slide 5 - Quizvraag

De politie (gelasten) de betogers vorige week uiteen te gaan.

A
gelasd
B
gelast
C
gelastte
D
gelasde

Slide 6 - Quizvraag

Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed. Hierdoor heeft hij zijn studie (verwaarlozen).

A
verwaarloosd
B
verwaarloost
C
verwaarloosdt

Slide 7 - Quizvraag

Aan de horizon (onderscheiden) de stuurman duidelijk twee boortorens.

A
onderscheid
B
onderscheit
C
onderscheidt

Slide 8 - Quizvraag

Bij ons zilveren huwelijksfeest vorig jaar (bereiden) onze kinderen een lekkere maaltijd.

A
bereide
B
bereidt
C
bereitte
D
bereidden

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link