17 januari 1F

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 3

17 januari 1F

Programma 1e uur

15 minuten zelf lezen

Jeugdjournaal kijken

Programma 2e uur

Oefenen met werkwoorden rond de fiets

Opstappen

Afstappen

Remmen

Fietsen

Opstappen

Ik stap op

Jij stapt op / Stap jij op?

Zij, hij, het stapt op

U stapt op

Wij stappen op

Jullie stappen op

Zij stappen op

Afstappen

Ik stap af

Jij stapt af / Stap jij af?

Zij, hij, het stapt op

U stapt af

Wij stappen af

Jullie stappen af

Zij stappen af

Remmen

Ik rem

Jij remt / Rem jij

Zij, hij, het remt

U remt

Wij remmen

Jullie remmen

Zij remmen

Fietsen

Ik fiets

Jij fietst / Fiets jij?

Zij, hij, het fietst

U fietst

Wij fietsen

Jullie fietsen

Zij fietsen

Ik ... voor het stoplicht.

1. rem
2. remt
3. remmen

Ik ... van mijn fiets af.

1. stap
2. stapt
3. stappen

Jij ... elke dag naar school.

1. fiets
2. fietst
3. fietsen

Hij ... op zijn fiets en rijdt weg.

1. stap
2. stapt
3. stappen

Mijn buurmeisje ... nooit.

1. fiets
2. fietst
3. fietsen

Mijn oom en tante .... voor het huis.

1. rem
2. remt
3. remmen

... jij voor de bocht?

1. rem
2. remt
3. remmen

De meisjes ... snel op.

1. stap
2. stapt
3. stappen

Mijn vriend ... af als hij mij ziet.

1. stap
2. stapt
3. stappen

Waarom ... jullie niet voor het stoplicht?

1. rem
2. remt
3. remmen