gym 5 periode 3 les 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

gym 5 periode 3 les 2

Historische context 2: de Verlichting

2.3: de erfenis van de Verlichting

hoofdstuk 8: tijd van burgers en stoommachines

Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines

vandaag

opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen:

nationalisme

maken opdracht 3 van 2.3

KA 36:

de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme. 

vanwege:

- het congres van Wenen

- de sociale kwestie

oplossingen 

1. conservatisme

2. liberalisme

3. nationalisme

4. socialisme

Europa worstelt met eenheid in tijden van nationalisme

'nationalisme is een vreedzame stroming'

3. nationalisme

politieke ideologie uit de 19e eeuw

Onder een ideologie wordt een denkstroming of een samenhangende ideeënleer verstaan, die gaat over mensen, de maatschappij en hoe de samenleving er in de toekomst uit moet zien. 

bij welke van de idealen van de Franse revolutie sluit het nationalisme aan?

1815

3. nationalisme

- constructies

- gekenmerkt door trot op eigen land; eigen volk; eigen cultuur

- de staat als politieke eenheid moet voortvloeien uit de natie als gegroeide (sociaal-culturele) eenheid. 

het nationalisme is

rationeel

emotioneel

wat was eraan vooraf gegaan?

1. de revoluties

2. de Romantiek

in Frankrijk: door de dienstplicht

buiten Frankrijk: in de oorlogen tégen Napoleon. 

wat was eraan vooraf gegaan?

1. de revoluties

2. de Romantiek

Caspar David Friedrich, de wandelaar boven de nevelen, 1817

het sublieme;

overweldigende;

de gevoelswereld. 

idee van een onbedorven, zuiver volk. 

volk (cultureel nationalisme)

groep met gedeelde taal/ geschiedenis en cultuur. 

exceptionalisme

politiek nationalisme

- ieder volk dient in een eigen staat te leven. 

- bindend: vaak op basis van taalkundige groepen. 

(Duitsland, Herder)

1830 Belgische opstand

- Belgen in opstand tegen Willem I

- redenen:

1. hoge belastingen en weinig economische investeringen

2. weinige Belgische bestuurders in Den Haag

3. Nederlandse taal officieel ipv Frans

4. Protestanten voorgetrokken, Belgen meestal katholiek

Limburg pas in 1867 formeel de 11e provincie van Nederland! 

huiswerk:

opdracht 3 van 2.3