- Bekijk een of meer planten thuis (of in de buurt)
- Maak van 1 houtachtige plant en 1 kruidachtige plant een schematische tekening (zie hoofdstuk 1)
- Zet de namen van de onderdelen die je geleerd hebt er bij
- Maak ook een tekening van een blad van 1 plant en zoek daarbij de huidmondjes en nerven (onderkant)
- Teken ook 1 plantencel (natekenen vanuit het boek)