Pv in tt oefenen

Voorbeelden:
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Voorbeelden:

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Tekstslide

Niet zeker? Gebruik het werkwoord lopen

Slide 3 - Tekstslide

Pv in tt
1. Mijn opa en oma …(wandelen) elke dag.

Slide 4 - Open vraag

Hij…………(voetballen) het liefst de hele pauze
A
Voetballen
B
Voetbalt
C
Voetballt
D
Voetbaalt

Slide 5 - Quizvraag

Pv in tt
2. … (worden) jij nooit kwaad op je broer?

Slide 6 - Open vraag

Vind de ik-vorm
Denk aan het filmpje over de hamer.
- En
- kijk of de stam nog klopt.
- plak er anders een klinker bij 
- of haal er een medeklinker af.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Worden
- en= word
Zetten
- en= zett!!!, nog een t eraf= zet

Slide 8 - Tekstslide

Pv in tt

3. Hij ..... (maken) een lekkere taart.

Slide 9 - Open vraag

Gelukkig …………(redden) USAR ook veel mensen in Turkeye.
A
Red
B
Redt
C
Redden
D
Reed

Slide 10 - Quizvraag

Pv in tt

4. Wij ..... (rennen) naar school.

Slide 11 - Open vraag

Pv in tt

5. Marit ... (wonen) in Apeldoorn.

Slide 12 - Open vraag

Bij meester Jurre ……. ( gymen) de jongens en meiden graag mee.
A
Gymen
B
Gymt
C
Gym
D
Gymmen

Slide 13 - Quizvraag

Pv in tt
6. De boot … (drijven) op het water.

Slide 14 - Open vraag

Pv in tt
7. Dat ...(vinden) ik geen goed idee.

Slide 15 - Open vraag

Pv in tt
8. Die kleuter ....(graven) met zijn schepje in het zand.

Slide 16 - Open vraag

Zij ………….( bewegen) heel erg graag en gaat sporten na school.
A
Beweeg
B
Beweegdt
C
Beweegt
D
Bewegt

Slide 17 - Quizvraag