Paragraaf 2-4

Je hebt 20 seconden de tijd om:
- opgave 52 op blz. 52 voor te nemen
- een geodriehoek of liniaal voor te pakken
- een pen en potlood voor te pakken

timer
0:20
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Je hebt 20 seconden de tijd om:
- opgave 52 op blz. 52 voor te nemen
- een geodriehoek of liniaal voor te pakken
- een pen en potlood voor te pakken

timer
0:20

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel cm is de tijger in werkelijkheid? Alleen getal invullen

Slide 2 - Open vraag

Meet de tijger in de tekening.
De tijger is in de tekening precies .... cm lang.
Vul het juiste getal in.

Slide 3 - Open vraag

Neem de verhoudingstabel van opgave 24 netjes over met potlood en liniaal. Zet ook de woorden erin zoals in je boek staat.

Slide 4 - Tekstslide

Op welke plaats kun je
het getal 165 neerzetten?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quizvraag

Op welke plaats moet je
nu het getal 3 neerzetten?
A
A
B
B
C
D
D

Slide 6 - Quizvraag

Met schalen rekenen:
Met schalen rekenen wil je altijd weten hoeveel 1 cm in tekening in werkelijkheid is.

Voorbeelden in de juiste notatie:
> 1 : 20 betekent dat 1 cm in tekening is in werkelijkheid 20 cm
> 1 : 500 betekent dat 1 cm in tekening is in werkelijkheid 500 cm

Slide 7 - Tekstslide

Op welke plaats moet je
nu het getal 1 neerzetten?
A
B
B
C
D
D

Slide 8 - Quizvraag

Je weet nu het volgende:





Op welke schaal is de tekening nu gemaakt? Op volgende sheet moet je het in juiste notatie noteren

Slide 9 - Tekstslide

Op welke schaal is de tekening nu gemaakt? Gebruik de juiste schaalnotatie.

Slide 10 - Open vraag

De notatie voor schaalrekenen is altijd: 




aantal cm in tekening : aantal cm in werkelijkheid



Slide 11 - Tekstslide

Voorgaande ging erover dat het in werkelijkheid groter is dan in tekening, maar laten we eens kijken naar het omgkeerde ...

Slide 12 - Tekstslide

In welke situatie(s) heb je ermee
te maken dat de werkelijkheid
kleiner is dan in tekening?

Slide 13 - Woordweb

De vlo ...

Slide 14 - Tekstslide

De vlo op bladzijde 53 is 15 keer zo groot in de tekening dan dat hij werkelijk is. In werkelijkheid is hij 2mm groot.

Slide 15 - Tekstslide

Welke schaalnotatie hoort hierbij?

Slide 16 - Open vraag

Neem de onderstaande tabel netjes over met potlood en liniaal




De vlo is in werkelijkheid 2 mm.

Slide 17 - Tekstslide

Op welke plaats komt
de 2 mm te staan in
de tabel?
A
B
B
C
D
D

Slide 18 - Quizvraag

Welk getal zet je nu
op plaats D neer?
A
2
B
0,2
C
0,02
D
Geen idee

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel cm moet de vlo dus in tekening worden?

Slide 20 - Open vraag

Schaalnotatie
Als de werkelijkheid groter is dan in tekenning (vb. tijger):
          >     1 cm in tekening : aantal cm in werkelijkheid 


Als de werkelijkheid kleiner is dan in tekening (vb. vlo):
          >     aantal cm in tekening : 1 cm in werkelijkheid

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken aan:
Opgave: 25, 26, 27, 29

Slide 22 - Tekstslide