Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Wiskundig model (theorie C H5)
Wiskundig model
Een model is een benadering van de werkelijkheid.
Verfijning van lineaire model:
Stuksgewijs lineaire grafiek
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wiskundig model
Een model is een benadering van de werkelijkheid.
Verfijning van lineaire model:
Stuksgewijs lineaire grafiek
Slide 1 - Tekstslide
We gaan samen opgave 55 op pagina 132 maken.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Het eerste stuk begint in (0 , 500) en eindigt in (1000 , 1200). Stel een formule op van dit eerste gedeelte (K=...q + ...)
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Stel de formules op voor de gedeelten II en III.
Noteer deze formules.
Slide 6 - Tekstslide
Vul hier beide formules in
Formuleer je antwoord als volgt:
K=...q+... en K=...q-....
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Hoeveel procent zijn de productiekosten bij een dagproductie van 3500 stuks meer dan bij een dagproductie van 1500 stuks?
Noteer je antwoord.
Slide 9 - Tekstslide
Wat was je antwoord?
A
46,2%
B
30,8%
C
53,8%
D
171,4%
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
De artikelen worden verkocht voor 2,60 euro per stuk. Bereken de
winst
bij een dagproductie van 2600 stuks.
K = per dag de productiekosten
q = de dagproductie
Slide 12 - Tekstslide
Het juiste antwoord is
A
4440
B
5240
C
5400
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Sinds kort is de dagproductie meer dan 5000 stuks. Bij een dagproductie van 7000 stuks zijn de kosten 3500 euro per dag.
Bereken met behulp van lineair interpoleren de kosten bij een dagproductie van 6300 stuks.
Slide 15 - Tekstslide
Vul hier je antwoord in
Slide 16 - Open vraag
Normale verdeling
Slide 17 - Open vraag
Meer dan 5000 stuks betekent dat je met formule III moet werken. Je moet de lijn vanuit het eindpunt (5000 , 2800) doortrekken naar (7000 , 3500).
7000 - 5000 = 2000 en 3500 - 2800 = 700.
Dus:
2
8
0
0
+
(
6
3
0
0
−
5
0
0
0
)
⋅
2
0
0
0
7
0
0
=
2
8
0
0
+
1
3
0
0
⋅
2
0
7
=
3
2
5
5
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Examentraining BB
April 2017
- Les met
21 slides
door
Examentraining
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining
Leerlingenquiz voorbereiding Praag
June 2018
- Les met
19 slides
door
Dé Schoolreisgids
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Test basiskennis Hardy-Weinberg
May 2023
- Les met
12 slides
7.5 Een populatie vol allelen
June 2022
- Les met
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Werkvormen: Taartpunten-puzzel
September 2021
- Les met
11 slides
door
LessonUp Inspiratie
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
LessonUp Inspiratie
Geschiedenis: Taartpunten-puzzel
September 2021
- Les met
11 slides
door
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Geschiedenisleraar.nl
Werkvormen: Taartpunten-puzzel
April 2025
- Les met
11 slides
door
WoW! - Werkvormen in LessonUp
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
WoW! - Werkvormen in LessonUp
Herleiden en ontbinden in factoren
April 2018
- Les met
15 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2