2 vmbo-kgt 4.5 Voortplanting en seksualiteit: Veilig vrijen deel 1

Thema 4 Voortplanting en seksualiteit
4.5 Veilig vrijen deel 1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 Voortplanting en seksualiteit
4.5 Veilig vrijen deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 4.4 Seks enzo
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 4.5 Veilig vrijen deel 1
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gender?
A
Hoe iemand geboren wordt (het geslacht)
B
Hoe iemand zich voelt en gedraagt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand een seksuele opmerking maakt terwijl jij dat niet wil, is er sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is er sprake van aanranding?
A
Vrijen tegen de wil van de ander
B
Als er seksueel contact is met een familielid
C
Als iemand je aanraakt terwijl je dat niet wilt
D
Als iemand je dwingt tot seksueel contact

Slide 5 - Quizvraag

Antwoord C = ongewenste intimiteiten
Aanranding: onder bedreiging
een familielid pleegt seksuele handeling met slachtoffer
A
Incest
B
Grooming
C
Aanranding
D
Loverboy

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt bij AH als vakkenvuller.
De baas van de supermarkt knijpt jou in je billen. Hier is sprake van:
A
aanranding
B
verkrachting
C
ongewenste intimiteit
D
incest

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is WEL de juiste uitleg van 'aanranding'
A
iemand verricht lichte seksuele handelingen bij een ander, terwijl die persoon dat niet wil. Bijvoorbeeld in de billen knijpen.
B
iemand verricht seksuele handelingen bij een ander. Dit gebeurt met geweld of onder bedreiging.
C
onder bedreiging of met geweld vindt geslachtsgemeenschap plaats bij een slachtoffer.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen vandaag (4.5)
Aan het einde van de les:
- kan je enkele methoden voor geboorteregeling noemen en hun werking uitleggen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veilig vrijen

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Door geslachtsgemeenschap kan een vrouw zwanger worden. Als dat niet de bedoeling is, gebruik je voorbehoedsmiddelen.

Een condoom beschermt ook tegen besmetting tegen een geslachtsziekte.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Geboorteregeling betekent dat een vrouw, meestal samen met een man, bepaalt of zij zwanger wil worden of niet.

Als een vrouw niet zwanger wil worden, kan zij en/of de man voorbehoedsmiddelen of anticonceptiemiddelen gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Anti betekent 'tegen' en conceptie betekent 'bevruchting'.

Bij bevruchting versmelt de kern van een zaadcel samen met de kern van een eicel. Uit de bevruchte eicel kan in de baarmoeder een een kind groeien.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Voorbehoedsmiddelen voorkomen dat de bevruchting plaatsvindt. Dat kan op verschillende manieren.

De bekendste voorbehoedsmiddelen zijn het condoom en de anticonceptiepil.
Vooral de pil is betrouwbaar. Dat betekent, dat de kans dat een vrouw zwanger wordt, heel erg klein is als ze de pil gebruikt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Er zijn ook methoden die niet betrouwbaar zijn.

Bijvoorbeeld:
- periodieke onthouding
- onderbroken geslachtsgemeenschap (coïtus interruptus)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen:

- hoe lang blijft een eicel in leven na de ovulatie (eisprong)?
- hoe lang blijven zaadcellen in leven in het lichaam van een vrouw na zaadlozing?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Na ovulatie blijft een eicel maar 12 tot 24 uur in leven. Zaadcellen kunnen na een zaadlozing in het lichaam van een vrouw 2 tot 3 dagen in leven blijven.

Elke 4 weken is er dus maar een korte periode van ongeveer 5 dagen waarbinnen geslachtsgemeenschap kan leiden tot bevruchting. Dit noem je de vruchtbare periode.
Deze duurt van ongeveer 3 dagen voor de ovulatie tot ongeveer 1 dag na de ovulatie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Een van de oudste methoden om zwangerschap te voorkomen, is periodieke onthouding.
Hierbij hebben een man en een vrouw geen geslachtsgemeenschap in de vruchtbare periode van ongeveer 5 dagen.

Deze methode is erg onbetrouwbaar, omdat bij sommige vrouwen de ovulatie eerder of later plaatsvindt dan gemiddeld.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Een andere onbetrouwbare methode is coïtus interruptus (onderbroken geslachtsgemeenschap). Hierbij trekt de man zijn penis uit de vagina terug als hij zijn zaadlozing voelt aankomen.
De zaadlozing vindt dan buiten de vagina plaats.

Maar voor het sperma kan al voorvocht uit de penis komen. In dit voorvocht zitten vaak ook spermacellen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Er zijn 2 betrouwbare methoden die je moet kennen voor de toets:
- condoom
- anticonceptiepil ('de pil')

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
condoom:
- is het enige voorbehoedsmiddel dat tegen een soa beschermt!!!!!
- rubberen hoesje
- wordt om de penis in erectie geschoven

(Er bestaat ook een vrouwencondoom)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

condoom
- kan je maar 1 keer gebruiken
- heeft een houdbaarheidsdatum
- gemakkelijk, goedkoop en betrouwbaar
- moet een keurmerk hebben

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
De pil (anticonceptiepil) is het meest gebruikte voorbehoedsmiddel. In de pil zitten hormonen die voorkomen dat een vrouw zwanger wordt.

De hormonen zorgen ervoor dat er geen eicel vrijkomt (geen ovulatie).

Daarnaast maken de hormonen het slijm in de baarmoederhals dikker, waardoor zaadcellen er minder goed doorheen kunnen.

Ook hebben de hormonen invloed op de baarmoederwand, waardoor een bevruchte eicel daar geen plaats vindt om te gaan groeien.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
De pil moet dagelijks worden ingenomen, meestal met een onderbreking van 1 week per 4 weken. In de week waarin wordt gestopt, vindt een lichte menstruatie plaats.

De tabletten zitten in een strip waarop de dagen van de week zijn aangegeven. Daardoor weet een vrouw het meteen als ze een dag is vergeten. Als ze een pil vergeet, ben je tot de volgende menstruatie niet volledig beschermd tegen zwangerschap.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Veilig vrijen
Als je voor het eerst de pil wil gaan gebruiken, heb je een recept nodig van de huisarts. Daarna kan je de pil steeds halen bij de apotheek.

De huisarts en de apotheek geven informatie over de werking en het gebruik van de pil.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet in het boek (dus hoef je niet te leren):
- spiraaltje
- prikpil
- nuva-ring

Kijk eens in de anticonceptiekoffer!!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN??

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf aan de slag
4.5 Veilig vrijen: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1, 2, 6, 7 en 8 maken
(vanaf blz. 53)

(Volgende les maken we 4.5 af)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen leerdoelen (4.5)
Aan het einde van de les:
- kan je enkele methoden voor geboorteregeling noemen en hun werking uitleggen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies