4TL exponentiële verbanden

1 / 24

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welk verband hoort bij welke grafiek?

Lineair verband

Kwadratisch verband

Wortelverband

Periodiek verband

Slide 4 - Sleepvraag

x^{​ 2 ​ ​} - 2 = y

x - 2 = y

\sqrt ​ x - 5 ​ ​ ​ = y

x^{​ 3 ​ ​} + 2 = y

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ x ​} = y

Wortelverband

Omgekeerd evenredig

Lineair verband

Kwadratisch verband

Machtsverband

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2.3: Exponentiele verbanden

Hoe zou je aan een formule kunnen zien of er een exponentieel verband is?

Exponentiele formule: aantal = begingetal x groeifactor^tijd
aantal = N begingetal = b
groeifactor = g tijd = t
N = b ^. g^t

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

14. Groeifactor = 1,2. Wat is de formule voor dit verband?

t = 250 \cdot 1, 2^{​ g ​ ​}

g = 250 \cdot 1, 2^{​ t ​ ​}

t = 1, 2 \cdot 250^{​ g ​ ​}

g = 1.2 \cdot 250^{​ t ​ ​}

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het begingetal en de groeifactor?

1,1 en 100

100 en 110

0 en 1,1

100 en 1,1

Slide 22 - Quizvraag

Welke formule hoort bij de tabel?

h = 100 x 1,1^t

h = 100 +1,1t

h = 1,1 x 100^t

h = 100 x 11^t

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de formule die bij deze tabel hoort?

t = 3 \cdot 1, 5^{​ t ​ ​}

l = 3 \cdot 1, 5^{​ t ​ ​}

t = 1, 5 \cdot 3^{​ l ​ ​}

l = 1, 5 \cdot 3^{​ t ​ ​}

Slide 24 - Quizvraag