Frontotemporale dementie




Frontotemporale dementie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




Frontotemporale dementie

Slide 1 - Tekstslide

Fronto-temporale dementie
 (FTD) komt vaak voor op jongere leeftijd. Veranderingen in het gedrag vallen meestal als eerste op. Ook taal en spraak kunnen aangetast zijn. Deze vorm van dementie ontstaat doordat hersencellen in de frontaalkwab (gedragsgebied) en de temporaalkwab (taalgebied) afsterven.

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken
Een van de meest opvallende kenmerken van frontotemporale dementie is dat deze ziekte al op relatief jonge leeftijd voorkomt. Het grootste deel van de mensen die de ziekte krijgt, is tussen de 40 en 60 jaar. Op jonge leeftijd is het -op de ziekte van Alzheimer na- de meest voorkomende vorm van dementie.

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken
Wat de eerste kenmerken van FTD zijn, is afhankelijk van waar de hersenen beschadigd zijn. Er zijn drie verschillende varianten van FTD. Je herkent deze varianten als eerste aan gedragsveranderingen, veranderingen in spraak of problemen met bewegen. Geheugenproblemen volgen vaak pas in een later stadium.

Slide 4 - Tekstslide

Symptomen: gedrag en persoonlijkheid
De gedragsvariant van FTD is te herkennen aan impulsiviteit, dwangmatigheid, ontremd gedrag en ongevoeligheid. Voorbeelden hiervan:

  • Grenzeloos gedrag, geen rekening houden met anderen
  • Schrokkend en veel eten, soms niet meer kunnen stoppen
  • Ongepaste opmerkingen of grapjes
  • Plotseling grote uitgaven doen
  • Impulsieve beslissingen nemen
  • Geen initiatief tonen en geen interesse hebben in anderen
  • Steeds meer moeite met plannen en organiseren.

Slide 5 - Tekstslide

Symptomen: taal en spraak
Mensen met de taalvariant van FTD krijgen steeds meer moeite met spreken. Ze hebben moeite met grammatica en formuleren daarom onjuiste zinnen. Hun woordschat wordt kleiner, ze kunnen daardoor vaak niet op de juiste woorden komen. Ook hebben ze moeite met zelf spreken of begrijpen ze anderen niet goed.

Slide 6 - Tekstslide

Symptomen: motoriek
Bij de derde variant van FTD krijgen mensen moeilijkheden met bewegen. Dit merken ze  aan stijve bewegingen, trillen en zwakke spieren. Ook evenwichtsproblemen en vallen zijn kenmerken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Het verloop
Ontstaat vaak al op relatief jonge leeftijd. De eerste verschijnselen zijn subtiel en ontstaan heel geleidelijk. Het verloop is moeilijk te voorspellen. Sommige blijven langere tijd stabiel, anderen gaan snel achteruit. De eerste fases verlopen over het algemeen geleidelijk met stabiele periodes van enkele weken of maanden. Na een paar jaar gaan mensen sneller achteruit. 
In de loop van de tijd verdwijnt het onderscheid tussen de drie vormen langzaam. Mensen met taalproblemen gaan zich anders gedragen, en mensen met gedragsproblemen krijgen steeds meer moeite met spraak. Uiteindelijk krijgen ze allemaal motorische problemen .

Slide 9 - Tekstslide

Laatste fase 
In het laatste stadium van de ziekte worden mensen met FTD bedlegerig. Ze trekken zich steeds meer in zichzelf terug. Naarmate meer hersendelen beschadigd raken, zullen de verschijnselen steeds meer gaan lijken op die van de ziekte van Alzheimer.

Slide 10 - Tekstslide

Levensverwachting
De levensverwachting bij FTD is gemiddeld zes tot acht jaar na de diagnose. Veel mensen overlijden aan een longontsteking. Dit komt doordat mensen slikstoornissen krijgen wanneer het motorisch deel van de hersenen wordt aangetast.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video