Samenvatting H2, 3, 4

4M - GS
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4M - GS

Slide 1 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog 2.1
  • 1. Bondgenootschappen 
  • Duitse eenwording heeft Europese landen nerveus gemaakt 
  • Gevolg: landen sluiten bondgenootschappen —> als één land wordt aangevallen, steunen de bondgenoten hem 
  • Centralen (Triple Alliantie): Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italië 
  • Geallieerden (Triple Entente): Frankrijk, Engeland, Rusland 

Slide 2 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog
  • 3. Nationalisme
  • Europese landen willen laten zien dat ze de beste zijn
  • Waar kan dat beter dan op het slagveld?

Slide 3 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog
  • 4. Modern imperialisme
  • Landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika
  • Vooral Duitsland voelt zich achtergesteld
    --> pas één land sinds 1871

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog
  • 5. Zin in oorlog --> militarisme en wapenwedloop
  • Overheden en bevolking staan te popelen om ten strijde te trekken  
  • Frankrijk: wraak voor 1870 
  • Veelvolkerenstaten: bewijzen er nog steeds bij te horen 
  • Duitsland: minderwaardigheidscomplex keizer Wilhelm II 

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Aanleiding WO1

Slide 7 - Tekstslide

3.1 Crisis en Ontevredenheid
  • Na WOI wordt Duitsland een Republiek, wordt ook wel Weimar Republiek genoemd (Dland van 1918-1933).
  • Door vrede van Versailles crisis in Duitsland, hoge herstelbetalingen en geen geld.
  • Regering gaat geld bijdrukken: gevolg = inflatie

Slide 8 - Tekstslide

  • Oorlog was verloren doordat sommige Duitsers het land hadden verzwakt (=dolkstootlegende).
  • Hyperinflatie zorgt ervoor dat Duitsland herstelbetalingen niet meer kan betalen en Ruhrgebied wordt bezet door Frankrijk (1923).

Slide 9 - Tekstslide

  • Hitler gelooft ook in Dolkstootlegende en probeert met zijn partij (NSDAP) een staatsgreep te plegen in 1923. Dit mislukt en hij wordt gevangen gezet (schrijft daar Mein Kampf)

Slide 10 - Tekstslide

Dawesplan (1924)
  • Dawes (bankier) bedenkt oplossing voor crisis Duitsland: VS leent geld aan Dland om herstelbetalingen te kunnen doen.
  • Dit werkt, Frankrijk gaat weg uit Ruhrgebied en geld wordt langzaam weer meer waard.
  • Duitsland mag in 1926 toetreden tot de Volkenbond.

Slide 11 - Tekstslide

Beurskrach 
  • In VS ging het geweldig in jaren '20. Je kon alles bereiken en kopen.
  • Veel mensen kochten dingen als lening. Ook aandelen werden zo gekocht.
  • In 1929 besluit (te) grote groep aandelen te verkopen, er is paniek. Beurskrach.

Slide 12 - Tekstslide

Economische crisis
  • Door beurskrach kopen mensen minder, gaan bedrijven failliet, ontslaan mensen, die kunnen hun schulden niet betalen, daardoor gaan nog meer bedrijven failliet, etc.
  • Economische crisis die hele wereld raakt ontstaat.

Slide 13 - Tekstslide

3.3
Duitse troepen in het Rijnland
1936




  • In het Verdrag van Versailles stond dat er geen Duitse soldaten in het Rijnland mochten zijn (gedemilitariseerd).
  • Hitler houdt zich hier niet aan, maar Engeland en Frankrijk zijn terughoudend in hun reactie: zij zitten niet te wachten op een nieuwe oorlog 

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaken Eerste Wereldoorlog
  • 2. Groeiende internationale spanningen 
  •  Engeland - Duitsland: Duitse vlootopbouw zorgt voor gevaar Britse overheersing op zee 
  • Frankrijk -Duitsland: Frankrijk wilt wraak voor de verloren oorlog van 1870

Slide 15 - Tekstslide


Der Anschluß
maart 1938




  • Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich). 
  • Hij maakt handig misbruik van de politieke chaos in Oostenrijk en speelt in op de gevoelens van het Oostenrijkse volk. 
  • Hij annexeert Oostenrijk en maak het een deel van het Duitse Rijk (Ostmark).

Slide 16 - Tekstslide


Conferentie van München
september 1938



  • Frankrijk en Engeland zijn geschrokken van de Anschluß, maar willen geen oorlog (Appeasement
  • Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, krijgt. 
  • Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië komen tot een akkoord.

Slide 17 - Tekstslide

Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.

Slide 18 - Tekstslide

3.4 - Lenin 
  • Leider van de bolsjewieken (communistisch). 
  • Aprilstellingen: Brood, vrede, alle macht aan de sovjets

Slide 19 - Tekstslide

Oktober 1917
  • Onrust in Rusland blijft

  • Duitsland(!) helpt Lenin, Rusland binnen te smokkelen (april 1917)

  • Communisten o.l.v. Lenin grijpen de macht en de voorlopige regering wordt afgezet

  • De Tsaar en zijn familie worden vermoord (juli 1918)

Slide 20 - Tekstslide

Rusland wordt Sovjet-Unie
  • In 1922 verandert Rusland van naam en wordt Sovjet-Unie (verbond van verenigde boeren).
  • In 1922 neemt Stalin het roer over en is een nog strenger leider dan zijn voorganger. 
  • Stalin herstelt de geheime politie en iedereen kan worden opgepakt en vermoord of verbannen worden

Slide 21 - Tekstslide

Planeconomie
  • Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in geval SU).
  • Economisch gezien rampzalig, altijd tekorten.

Slide 22 - Tekstslide

Collectivisatie
  • Eigen boederijen mochten niet meer: er kwamen collectieve landbouw boerderijen. Veel families op 1 boerderij (=collectivisatie). 
  • De productie van deze kolchozen viel tegen.
  • Wilde je dit niet? Dan ging je naar de Goelag (strafkamp).

Slide 23 - Tekstslide

De Grote Terreur

  • Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 24 - Tekstslide


Goelag

  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

  • Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden

Slide 25 - Tekstslide




  • Exacte aantallen zijn onbekend, maar tussen 1936 en 1950 zijn vermoedelijk 12 miljoen mensen om het leven gekomen in de goelags.

  • Meestal als gevolg van de vreselijke omstandigheden, een combinatie van: honger, kou en zware lichamelijke inspanning

Slide 26 - Tekstslide


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 27 - Tekstslide

1939 Molotov-Von Ribbentrop pact

DU en de S.U. beloven elkaar niet aan te vallen. Waarom?

- DU: Tweefrontenoorlog voorkomen
- S.U.: Tijd rekken om leger aan te sterken


Slide 28 - Tekstslide