Europese landen willen laten zien dat ze de beste zijn
Waar kan dat beter dan op het slagveld?
Slide 3 - Tekstslide
Oorzaken Eerste Wereldoorlog
4. Modern imperialisme
Landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika
Vooral Duitsland voelt zich achtergesteld --> pas één land sinds 1871
Slide 4 - Tekstslide
Oorzaken Eerste Wereldoorlog
5. Zin in oorlog --> militarisme en wapenwedloop
Overheden en bevolking staan te popelen om ten strijde te trekken
Frankrijk: wraak voor 1870
Veelvolkerenstaten: bewijzen er nog steeds bij te horen
Duitsland: minderwaardigheidscomplex keizer Wilhelm II
Slide 5 - Tekstslide
0
Slide 6 - Video
Aanleiding WO1
Slide 7 - Tekstslide
3.1 Crisis en Ontevredenheid
Na WOI wordt Duitsland een Republiek, wordt ook wel Weimar Republiek genoemd (Dland van 1918-1933).
Door vrede van Versailles crisis in Duitsland, hoge herstelbetalingen en geen geld.
Regering gaat geld bijdrukken: gevolg = inflatie
Slide 8 - Tekstslide
Oorlog was verloren doordat sommige Duitsers het land hadden verzwakt (=dolkstootlegende).
Hyperinflatie zorgt ervoor dat Duitsland herstelbetalingen niet meer kan betalen en Ruhrgebied wordt bezet door Frankrijk (1923).
Slide 9 - Tekstslide
Hitler gelooft ook in Dolkstootlegende en probeert met zijn partij (NSDAP) een staatsgreep te plegen in 1923. Dit mislukt en hij wordt gevangen gezet (schrijft daar Mein Kampf)
Slide 10 - Tekstslide
Dawesplan (1924)
Dawes (bankier) bedenkt oplossing voor crisis Duitsland: VS leent geld aan Dland om herstelbetalingen te kunnen doen.
Dit werkt, Frankrijk gaat weg uit Ruhrgebied en geld wordt langzaam weer meer waard.
Duitsland mag in 1926 toetreden tot de Volkenbond.
Slide 11 - Tekstslide
Beurskrach
In VS ging het geweldig in jaren '20. Je kon alles bereiken en kopen.
Veel mensen kochten dingen als lening. Ook aandelen werden zo gekocht.
In 1929 besluit (te) grote groep aandelen te verkopen, er is paniek. Beurskrach.
Slide 12 - Tekstslide
Economische crisis
Door beurskrach kopen mensen minder, gaan bedrijven failliet, ontslaan mensen, die kunnen hun schulden niet betalen, daardoor gaan nog meer bedrijven failliet, etc.
Economische crisis die hele wereld raakt ontstaat.
Slide 13 - Tekstslide
3.3
Duitse troepen in het Rijnland
1936
In het Verdrag van Versailles stond dat er geen Duitse soldaten in het Rijnland mochten zijn (gedemilitariseerd).
Hitler houdt zich hier niet aan, maar Engeland en Frankrijk zijn terughoudend in hun reactie: zij zitten niet te wachten op een nieuwe oorlog
Slide 14 - Tekstslide
Oorzaken Eerste Wereldoorlog
2. Groeiende internationale spanningen
Engeland - Duitsland: Duitse vlootopbouw zorgt voor gevaar Britse overheersing op zee
Frankrijk -Duitsland: Frankrijk wilt wraak voor de verloren oorlog van 1870
Slide 15 - Tekstslide
Der Anschluß
maart 1938
Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich).
Hij maakt handig misbruik van de politieke chaos in Oostenrijk en speelt in op de gevoelens van het Oostenrijkse volk.
Hij annexeert Oostenrijk en maak het een deel van het Duitse Rijk (Ostmark).
Slide 16 - Tekstslide
Conferentie van München
september 1938
Frankrijk en Engeland zijn geschrokken van de Anschluß, maar willen geen oorlog (Appeasement)
Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, krijgt.
Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië komen tot een akkoord.
Slide 17 - Tekstslide
Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.
Slide 18 - Tekstslide
3.4 - Lenin
Leider van de bolsjewieken (communistisch).
Aprilstellingen: Brood, vrede, alle macht aan de sovjets
Slide 19 - Tekstslide
Oktober 1917
Onrust in Rusland blijft
Duitsland(!) helpt Lenin, Rusland binnen te smokkelen (april 1917)
Communisten o.l.v. Lenin grijpen de macht en de voorlopige regering wordt afgezet
De Tsaar en zijn familie worden vermoord (juli 1918)
Slide 20 - Tekstslide
Rusland wordt Sovjet-Unie
In 1922 verandert Rusland van naam en wordt Sovjet-Unie (verbond van verenigde boeren).
In 1922 neemt Stalin het roer over en is een nog strenger leider dan zijn voorganger.
Stalin herstelt de geheime politie en iedereen kan worden opgepakt en vermoord of verbannen worden
Slide 21 - Tekstslide
Planeconomie
Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in geval SU).
Economisch gezien rampzalig, altijd tekorten.
Slide 22 - Tekstslide
Collectivisatie
Eigen boederijen mochten niet meer: er kwamen collectieve landbouw boerderijen. Veel families op 1 boerderij (=collectivisatie).
De productie van deze kolchozen viel tegen.
Wilde je dit niet? Dan ging je naar de Goelag (strafkamp).
Slide 23 - Tekstslide
De Grote Terreur
Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.
Slide 24 - Tekstslide
Goelag
Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden
Slide 25 - Tekstslide
Exacte aantallen zijn onbekend, maar tussen 1936 en 1950 zijn vermoedelijk 12 miljoen mensen om het leven gekomen in de goelags.
Meestal als gevolg van de vreselijke omstandigheden, een combinatie van: honger, kou en zware lichamelijke inspanning
Slide 26 - Tekstslide
Showprocessen
Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.
Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!
Slide 27 - Tekstslide
1939 Molotov-Von Ribbentrop pact
DU en de S.U. beloven elkaar niet aan te vallen. Waarom?