Taaltrap les 14-2 Ziek zijn 15 februari 2024

Welkom bij Nederlands
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Donderdag 15 februari 2024
de dag vandaag
Rijnmond
het is zonnig
het is bewolkt
er is geen regen
het is 9 graden

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Het is vandaag...................            De datum is ............             2024

Morgen is het .............
Overmorgen is het ..........

Gisteren was het ................
Eergisteren was het ............
Het seizoen is: winter

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de dag - doel van de week
..................

Slide 4 - Tekstslide

Stillezen + woordenschrift
Je gaat 15 minuten lezen in je boek.

Zoek alleen de woorden op die
je écht niet weet.
En anders.... lekker lezen!
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Dit woord heb ik geleerd.
Dit woord vind ik moeilijk/leuk/grappig.

Slide 6 - Open vraag

 De Taaltrap les 14-2 
Ziek zijn




168

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat leer je? Wat ga je doen?




Je leert nieuwe woorden over ziek zijn.
Je leert de voegwoorden WANT en ALS gebruiken.





Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

blz. 168 + 169
meestal via e-mail
luister en lees

Slide 11 - Tekstslide

blz. 168 + 169
meestal via e-mail
Schrijf over in je woordenschrift + vertaling

Slide 12 - Tekstslide

blz. 172 
luister en lees mee

Slide 13 - Tekstslide

Voegwoorden

voegen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Voegwoorden
Voegwoorden koppelen 2 hoofdzinnen aan elkaar.

Bijvoorbeeld:
    Ik drink nooit koffie. Ik vind het niet lekker.
    Ik drink nooit koffie, want ik vind het niet lekker.

Wat valt je op?

Slide 17 - Tekstslide

en / of / want / maar
Dit zijn voegwoorden die je vaak gebruikt.

en...... verbindt 2 zinnen met elkaar
of ....... het gaat om een keuze
want ...... je vertelt waarom iets gebeurt
maar ....... het gaat om een tegenstelling
als ..... op het moment dat

Slide 18 - Tekstslide

voorbeelden
Ik houd van honden en jij houdt van katten.
Ga je met de bus naar school of met de fiets?
Je hebt een tussenuur, want de docent is ziek.
Het meisje maakt de les, maar ze vindt het wel moeilijk.
Je gaat naar de dokter als je ziek bent.

LET OP: bij want en maar staat er eerst een komma

Slide 19 - Tekstslide

en / of / want / maar / als
Dit zijn voegwoorden die je vaak gebruikt. 

en...... verbindt 2 zinnen met elkaar
of ....... het gaat om een keuze
want ...... je vertelt waarom iets gebeurt
maar ....... het gaat om een tegenstelling
als ..... op het moment dat

Staat dit in je taalschrift?

Slide 20 - Tekstslide

want - als

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf over en vul in= blz. 173

Slide 22 - Tekstslide

Klaar?
Laat de docent je werk controleren.

Ga naar NT2 taalmenu - A1 - lezen - tekst 11


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Klaar met NT2 taalmenu?

Diglin: oefenen met ALS

(zie volgende dia)

Slide 25 - Tekstslide

Diglin - regels

Slide 26 - Tekstslide

ziek zijn

Slide 27 - Woordweb