1. Aanspreking
Spreek je publiek aan. Kijk je groepsgenoten dus aan. Wees origineel, zodat de leerlingen zin hebben om naar je te luisteren. Maak het publiek warm!
2. Voorstelling van het boek: Vermeld de titel en de schrijver van het boek.
Bespreek de cover met zijn afbeelding. (Wat staat er op de cover? Waarom staat dat op de cover? Wat heeft de cover met het boek te maken?...) Vertel kort waarover het boek gaat. Zeg wat je dacht toen je de titel, cover en de flaptekst zag.
3. Mening
Wat vind je van het boek? Waarom vind je dat?
Aan wie zou je het aanraden om te lezen? Waarom?
Je gebruikt hiervoor tenminste drie beoordelingswoorden. Deze leg je uitgebreid uit. Je vindt een lijst met beoordelingswoorden op de volgende pagina.