1.6 Massa en volume

herhaling 1.3 Meten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

herhaling 1.3 Meten

Slide 1 - Tekstslide

aan de slag!
maken opdracht 29 t/m 52 van je werkboek.

Klaar? nakijken

          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

1.3 massa en volume

Slide 3 - Tekstslide

massa
massa zegt iets over de deeltjes waar een stof uit bestaat.
Hoe zwaar iets weegt in kilogram of gram
Massa meet je met een weegschaal

Slide 4 - Tekstslide

volume
Volume zegt iets hoeveel ruimte een voorwerp inneemt (inhoud)
De eenheid van volume is liter of kubieke meter 
Deze kun je berekenen (lengte x breedte x hoogte)
of bepalen met de onderdompelmethode
m3

Slide 5 - Tekstslide

De eenheid van massa kan zijn...
A
Liter
B
Centimeter
C
Gram

Slide 6 - Quizvraag

Wat heeft meer massa (in normale toestand)?
1m3verenof1m3lood
A
De veren hebben de grootste massa.
B
Het lood heeft de grootste massa.
C
Beiden hebben een even grote massa.
D
Weet ik niet.

Slide 7 - Quizvraag

Massa bepaal je met een
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 8 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij massa ?
A
M
B
N
C
m
D
G

Slide 9 - Quizvraag

Welke eenheid hoort bij volume?
A
Uur
B
Liter
C
Kelvin
D
kilogram

Slide 10 - Quizvraag

Het symbool van volume is
A
V
B
L
C
v
D
dm3

Slide 11 - Quizvraag

Gaan we nu kijken naar het volume.
Wat is een ander woord voor volume?
A
oppervlakte
B
maat
C
inhoud
D
grootte

Slide 12 - Quizvraag

beginstand: 15 mL
eindstand: 24 mL
Wat is het verschil in volume?
A
10 cm3
B
14 cm3
C
9 cm3
D
11 cm3

Slide 13 - Quizvraag

aan de slag!
maken opdracht 78 t/m 95 van je werkboek.

Klaar? nakijken

          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide