Herhaling T4 bs 1 t/m 4 (klas 2)
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Penis
Borsten
Baard in de keel
Grote schaamlippen
Vagina
Bredere heupen
Balzak
Toename spiermassa
Baardgroei
Slide 2 - Sleepvraag
Waardoor worden de hormonen gemaakt?
A
Alvleesklier
B
Hormoonklier
C
Bijnieren
D
Hormonen
Slide 3 - Quizvraag
Welke van de hieronder genoemde onderdelen zijn hormoonklieren
A
Hypofyse
B
Teelballen
C
Eierstokken
D
Hersenen
Slide 4 - Quizvraag
Welke weg legt een zaadcel af bij een zaadlozing?
A
Bijbal > Teelbal > Zaadleider > Urinebuis
B
Teelbal > Bijbal > Urineleider > Urinebuis
C
Teelbal > Bijbal > Urinebuis > Urineleider
D
Bijbal > Teelbal > Urinebuis > Urineleider
Slide 5 - Quizvraag
Welk deel van het mannelijk geslachtsorgaan heeft dezelfde functie al de prostaat?
A
De zaadleider
B
De eikel
C
De voorhuid
D
De zaadblaasjes
Slide 6 - Quizvraag
Welke weg gaat de eicel (wanneer er bevruchting plaatsvindt)
A
Eierstokken > eileider > baarmoeder
B
Eileider > Eierstokken > Baarmoeder
C
Eierstokken > Eileider > baarmoeder > vagina
D
Baarmoeder > Eileider > Eierstokken
Slide 7 - Quizvraag
Welk deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan heeft de meeste tastzintuigen?
A
Clitoris
B
Schaamlippen
C
Vagina
D
Baarmoeder
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Je ziet hier bewegelijke zaadcellen.
Welk onderdeel zorgt dat zaadcellen kunnen bewegen?
Welk onderdeel zorgt dat zaadcellen kunnen bewegen?
Slide 10 - Open vraag
Welk proces wordt hier op een kunstmatige manier gedaan?
A
Productie zaadcel
B
Productie eicel
C
Bevruchting
D
Innesteling
Slide 11 - Quizvraag
Waar vindt normaal de bevruchting plaats?
A
Vagina
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Eierstokken
Slide 12 - Quizvraag
Teelballen
Eierstokken
Zaadcel
Eicel
Productie 1000en per minuut
Ovulatie
één per 4 weken
Mannelijk
Vrouwelijk
Groot
Kan bewegen
Slide 13 - Sleepvraag
Waarmee begint de menstruatiecyclus?
Slide 14 - Open vraag
Op welke dag vindt de ovulatie plaats?
