Mundo Thema 10 Blok 1 en 2

Mundo Thema 10 
blok 1 samenvatting + quiz. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mundo Thema 10 
blok 1 samenvatting + quiz. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen? 
We gaan blok 1 samen oefenen voor de toets van volgende week!

We gaan steeds in gesprek over een onderwerp en maken daarna een quizvraag. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe nationalisme is ontstaan:
In de negentiende eeuw kenden de mensen alleen de mensen uit de eigen dorp of stad.

Toen er fabrieken en machines, spoorwegen, kanalen en verharde wegen voor het vervoer van producten en mensen kwamen, konden mensen reizen en kwamen zij in contact met andere Nederlanders. Hierdoor ontstond er langzamerhand een gevoel van Nationalisme (trost zijn op je land).

Slide 3 - Tekstslide

Wat is nationalisme?
A
Trots zijn op je eigen land.
B
Trots zijn op je voetbal club.
C
Trots zijn op Amerika.
D
Je eigen land stom vinden.

Slide 4 - Quizvraag

Extreem-nationalisme

Vaak racistische uitspraken.
Vinden blanke mensen superieur.
Jodenhaat.
Moslimhaat.
Vreemdelingenhaat.

Slide 5 - Tekstslide

Wat vind een Extreme-nationalist NIET?
A
Blanken mensen zijn het beste.
B
Iedereen is gelijk.
C
Joden zijn slecht.
D
Alle andere mensen zijn stom.

Slide 6 - Quizvraag

Koloniën: veroverde gebieden
Ook Nederland had koloniën: Nederlands-Indië (nu Indonesië), Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Nieuw-Guinea. Daarnaast heeft Nederland nog koloniale bezittingen gehad in New York, Brazilië, Dejima, Sri Lanka langs de kust van Guinee en in Zuid-Afrika.

Slide 7 - Tekstslide

Had Nederland meer dan 2 Koloniën?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Redenen om koloniën te veroveren
1 De industrie in Europa had grondstoffen nodig zoals, katoen, olie en rubber. Die werden uit de koloniën gehaald.

2 De producten die de industrie maakte, moesten verkocht worden. Er waren dus afzetgebieden nodig, gebieden waar een bedrijf producten verkoopt, dit deden ze in de koloniën.

3 Landen wilden macht en status hebben. Een land met veel koloniën was rijk, sterk en groot. De Europese landen hielden een serieuze wedstrijd om de sterkste en rijkste te zijn.

4 Europese landen vonden het hun plicht om hun beschaving door te geven aan de rest van de wereld. Het worden van goede Christenen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat was geen reden om een kolonie te hebben?
A
Grondstoffen verzamelen.
B
Het maken van een afzetgebied.
C
Nieuwe culturen leren kennen en vergelijken.
D
Macht en status uiten aan andere landen.

Slide 10 - Quizvraag

Natuurlijke selectie volgens wetenschapper Darwin
In de negentiende eeuw ging Charles Darwin naar de Galápagoseilanden. Daar ving hij verschillende soorten vinken (een vogelsoort). Darwin ontdekte dat vinken met een stompe snavel beter overleefden op een eiland met veel zaden en vinken met een scherpe snavel op een eiland met veel insecten.
Op het eiland met veel zaden brachten vinken met de stompste snavels de meeste nakomelingen groot. Zo kwamen er op dat eiland steeds meer vinken met stompe snavels.

De dieren die zich het best aanpasten aan de omstandigheden, hadden dus de meeste kans om te overleven. Dat noemde Darwin natuurlijke selectie.

Slide 11 - Tekstslide

Giraffen
De Giraffe met de langste nek kan bij de meeste blaadjes. Deze Giraffe blijft waarschijnlijk langer leven en krijgt meer kinderen. Zijn kinderen krijgen ook allemaal een lange nek. Ook zij krijgen kinderen.

Er komen steeds meer Giraffe met een lange nek. De giraffe kan nu beter overleven. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat bedoelde Charles Darwin met natuurlijke selectie?
A
Dieren kunnen hun lichaam bewust veranderen om beter te overleven in hun omgeving.
B
De sterkste en grootste dieren overleven altijd, ongeacht de omgeving.
C
Alle dieren passen zich op dezelfde manier aan, waardoor er geen verschillen tussen soorten ontstaan.
D
Dieren die zich het beste aanpassen aan hun omgeving, hebben een grotere kans om te overleven en voort te planten.

Slide 13 - Quizvraag

Ongelijke verdeling 
Sommige wetenschappers gebruikten de ideeën van Darwin om te bewijzen dat verschillen tussen mensen erfelijk waren.

Zij zeiden dat er niets aan te doen was dat de rijkdom in een land oneerlijk was verdeeld. Rijke mensen leidden een beter leven, omdat ze betere eigenschappen hadden geërfd van hun voorouders. Die wetenschappers geloofden dat Europeanen beter waren dan andere mensen in de wereld.

Slide 14 - Tekstslide

Het idee van natuurlijke selectie gebruikten sommige wetenschappers bij mensen:
Ze keken naar uiterlijk.
Ze maakten groepen, die ze rassen noemden.
Sommige rassen vonden ze beter dan andere.

In de Verenigde Staten bestond tussen 1880 en 1965 een verplichte rassenscheiding:
Zwarte mensen en Joden mochten niet naar dezelfde school, wc of hetzelfde restaurant als witte mensen.
De voorzieningen voor witte mensen waren veel beter. Er vond racisme plaats.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe paste wetenschapper natuurlijke selectie toe op mensen?
A
Ze verdeelde mensen in rassen en gebruikte dit om te discrimineren.
B
Mensen werden expres super sterk gemaakt.
C
Alle mensen werden gezien als 1 soort en iedereen werd gelijk behandeld.
D
Ze vergeleken mensen met de vogels van het eiland waar Darwin was geweest.

Slide 17 - Quizvraag

Adolf Hitler en Nazi's
De extreemste vorm van racisme was die van Adolf Hitler en zijn volgelingen, de nazi’s. Zij geloofden dat het Arische (Europese) ras het beste ras was. De sterkste leden hadden blond haar en blauwe ogen. De nazi’s vonden dat het Arische ras zuiver moest blijven. Het moest niet vermengd worden met andere rassen, zoals Joden. Ook moest het niet verzwakt worden door gehandicapten of psychiatrische patiënten. Toen Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam, liet hij honderdduizenden ‘zwakkere’ Duitsers doden.

Slide 18 - Tekstslide

Wat weet je van de Nazi's?

Slide 19 - Woordweb

Er is maar één menselijk ras met verschillende etniciteiten (afkomsten)
Tegenwoordig weten we dat menselijke rassen niet bestaan, want de biologische verschillen tussen mensen zijn heel klein. Er zijn wel etnische groepen. Dat zijn groepen mensen die een eigen, aangeleerde cultuur en taal hebben.

Wij zijn allemaal gelijk. 

Slide 20 - Tekstslide

Waarom bestaan menselijke rassen niet?
A
Wetenschappers hebben ontdekt dat elk ras een eigen unieke DNA-structuur heeft.
B
Mensen met verschillende huidskleuren hebben een totaal andere genetische samenstelling.
C
De biologische verschillen tussen mensen zijn zo klein dat er geen aparte menselijke rassen zijn.
D
Etnische groepen zijn hetzelfde als menselijke rassen, maar met een andere naam.

Slide 21 - Quizvraag

Zijn er nog vragen die we moeten behandelen over blok 1?

Slide 22 - Open vraag

Hoe goed ken je blok 1?
Ik ken het helemaal!
Ik kan nog wat leren maar ik sta er goed voor.
Ik moet deze week nog even aan de slag!

Slide 23 - Poll

zelfstandig leren. 
Pak je boek er bij en ga aan de slag met het zelf leren voor de toets van volgende week. 

Ik loop rond om vragen te beantwoorden. 

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiten
Dankjewel voor vandaag, succes bij de toets! 

Slide 25 - Tekstslide