In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Startklaar
- Laptop
- Binas
- Telefoon in ZAKKIE
- Jas uit en over je stoel
- Naambordje
Slide 2 - Tekstslide
Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen/potlood/gum
- Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
- BINAS
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt drie eigenschappen noemen die belangrijk zijn voor constructiemateriaal.
Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met verspanen.
Je kunt uitleggen waarom vloeistoffen vaak in glas verpakt is en waarom carbonfiber wordt gebruikt bij sportspullen.
Slide 4 - Tekstslide
Theorie - materialen
Alles (gebouwen, verpakkingen, kledingstukken, etc.) is van materialen gemaakt. Die materialen zijn gekozen omdat ze bepaalde eigenschappen hebben het geschikt maken.
Hout is stevig en verspaanbaar (makkelijk te bewerken)
Glas is handig voor vloeistoffen omdat het waterdicht is. Maar het is ook breekbaar
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Theorie - materialen
Polyetheen is een kunststof . Je hebt verschillende soorten:
LDPE is taai en buigzaam en wordt gebruikt voor plastic tassen en handschoenen
HDPE is veel stijver dan LDPE. Het wordt gebruikt voor emmers & kratten. Het is niet breekbaar.
Slide 7 - Tekstslide
Vraag
Welke materiaal is dit? Welke materiaal is verspaanbaar?
Slide 8 - Tekstslide
Composiet materiaal
Composiet is een materiaal dat uit verschillende stoffen bestaat.
Een voorbeeld is carbon: dit bestaat uit kunststof en koolstofvezels.
het is heel stijf en licht. maar het is ook breekbaar
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 10 - Tekstslide
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen