Elektriciteit en veiligheid

Veiligheid in huis
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FysicaSecundair onderwijs

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Veiligheid in huis

Slide 1 - Tekstslide

5. Gevaren en maatregelen voor het veilig gebruik van elektriciteit
Twee grote gevaren van elektriciteit:
-elektrocutie (aanraken van onderdelen die onder spanning staan)
-brand (geleiders of toestellen die te warm worden)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe risico's op brand of elektocutie maximaal beperken?

elektrische installatie moet voldoen aan AREI
(=Algemeen Reglement op de Elektrische Installatie)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

5.2 De elektrische installatie
Tekst

Slide 5 - Tekstslide

Geef de correcte naam van het aangeduide toestel.

Slide 6 - Open vraag

METERKAST
met hoofdschakelaar en kWhmeter

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Geef de correcte naam van het aangeduide toestel.

Slide 9 - Open vraag

VERDEELBORD of ZEKERINGKAST

Slide 10 - Tekstslide

Elektriciteitsdraden

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

5.3 Bescherming tegen brand
wet van Joule
In een geleider met weerstand R waar een stroom I door loopt, wordt in een tijd t een hoeveelheid warmte ontwikkeld.

meer warmte ontwikkeld dan kan afgegeven worden      oververhitting       brand

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

alle stroomkringen in een woning worden beveiligd met een ZEKERING (onderbreekt stroomkring bij grote stromen)

-Automatische zekeringen
-smeltveiligheden

Slide 15 - Tekstslide

AUTOMATISCHE ZEKERING

Wanneer de stroom door de kring te groot wordt, zal deze zekering ‘springen’.
Dit wil zeggen dat de stroomkring onderbroken wordt.
Dan vloeit er geen stroom meer door de kring en kan er dus geen warmte geproduceerd worden.

Slide 16 - Tekstslide

AUTOMATISCHE ZEKERING

Wanneer de                         door de kring te groot wordt, zal deze zekering ‘springen’.
Dit wil zeggen dat de                            onderbroken wordt.
Dan vloeit er geen stroom meer door de kring en kan er dus geen                         geproduceerd worden.
stroom
stroomkring
warmte

Slide 17 - Sleepvraag

SMELTZEKERING
-verouderd
-dunne metaaldraad die een maximale stroom kan doorlaten
-maximale stroom overschreden: draad brandt door

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de twee belangrijkste oorzaken van te grote stromen (en dus brandgevaar)?

Slide 19 - Open vraag

Kortsluiting ontstaat wanneer de                            rechtstreeks in contact komt met de 

De stroom moet niet meer langs de                       en kiest de korste weg met de minste 
fasedraad
weerstand
nuldraad
verbruiker

Slide 20 - Sleepvraag

Voorbeelden oorzaken kortsluiting:

-elektrisch snoer beschadigen
-isolatie van een draad laten smelten
-slijtage van de isolatie, ....

Slide 21 - Tekstslide

Overbelasting betekent dat er een te hoge                   door de elektrische kring loopt.
Overbelasting ontstaat wanneer het totaal aantal elektrische apparaten dat gebruikt wordt, de elektrische kring te zwaar belast.
Huishoudtoestellen worden namelijk in                       geschakeld en hierbij is de totale stroom                              door elke tak.
stroom
parallel
som van de stroom

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Volgens het Joule-effect is stroom recht evenredig met de
ontwikkelde warmte. Dus hoe groter de stroom (parallel: optellen van de stromen!) in de elektrische kring, hoe meer warmte er ontwikkeld wordt. 

Er zal dus op korte tijd zeer veel warmte ontwikkeld worden. 

Deze warmte kan niet tijdig weg en er ontstaat brand

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

5.4 Bescherming tegen elektrocutie
Elektrocutie = elektrische stroom door het menselijk lichaam (!goede geleider)

Slide 27 - Tekstslide

5.4.1 Het effect van stroom door het menselijk lichaam
= je lichaam maakt contact met fasedraad en aarde

Slide 28 - Tekstslide

Welke factoren bepalen het effect van de stroom door het menselijk lichaam?

Slide 29 - Open vraag

1. GROOTTE VAN DE STROOM
-grootte van de contactweerstand
       (meestal handen)

-inwendige lichaamsweerstand
       (afhankelijk van de weg die de stroom volgt)

-overgangsweerstand met de aarde
       (wel/geen schoenen, vochtigheid van de vloer, ...)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

2. DUUR VAN DE STROOM
Hoe langer stroom door het lichaam, hoe groter de gevolgen.

(netspanning aanraken verdragen we slechts enkele honderste seconden)

Slide 32 - Tekstslide

3. BAAN VAN DE STROOM
Omdat bloedbanen en zenuwen goede geleiders zijn, gaat stroom ook dikwijls door longen en hart: GEVAARLIJK!

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

5.4.2 Automatische differentieelschakelaar
= ADS
= lekstroomschakelaar
=verliesstroomschakelaar
=differentieel

Slide 35 - Tekstslide

Een ADS detecteert...
A
een stroomverschil tussen fasegeleider en nulgeleider
B
een stroomverschil tussen nulgeleider en aarde
C
een stroomverschil tussen fasegeleider en aarde
D
een stroomsterkte die te groot wordt

Slide 36 - Quizvraag

Een ADS detecteert een stroomverlies tussen fase- en nuldraad.

Is stroomverlies te groot: stroomkringen worden onderbroken.

= risico's op lichamelijk letsel beperken

Slide 37 - Tekstslide

Aardlekschakelaar 

Slide 38 - Tekstslide

Gevoeligheid ADS?

VOCHTIGE RUIMTES
gevoeligheid van 30 mA

NIET VOCHTIGE RUIMTES
gevoeligheid van 300 mA

Slide 39 - Tekstslide

5.4.3 Aarding
= geleidende verbinding tussen toestel en aarde

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

MASSAVERBINDING: door defect kan behuizing van een toestel in contact komen met de fasedraad

Slide 42 - Tekstslide

Toestellen met dubbele isolatie hoeven geen aarding:

de behuizing bestaat uit isolerend materiaal - aanraking: geen stroom want door een isolator vloeit geen stroom

Slide 43 - Tekstslide

nog enkele maatregelen om rechtstreeks aanraking met de fasedraad te vermijden:

-kinderbeveiliging: stekkeropeningen 
liggen dieper in het stopcontact

-afsluitplaatjes op de stopcontacten


-isoleren van elektriciteitsdraden

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video