H1 toets
In deze paragrafen heb je geleerd:
1.3 Lezen
de manieren van lezen; onderwerp van een tekst vinden, moeilijke-woordenwijzer gebruiken, signaalwoorden die een opsomming aangeven.
• hoe je de deelonderwerpen van een tekst vindt.
1.8 Grammatica
hoe je de persoonsvorm vindt;
• hoe je een zin verdeelt in zinsdelen, hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt, hoe je het onderwerp vindt, hoe je het lijdend voorwerp vindt.
1.7 Spelling
• hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spelt;
• hoe je deze leestekens goed gebruikt: punt, komma, uitroepteken, vraagteken, hoe je aanhalingstekens goed gebruikt; tien dicteewoorden.