1.1 Voedingsstoffen

Thema 1 Vertering
1.1 Voedingsstoffen
  • Spullen op tafel
  • Telefoon weg 
  • Jas uit en over je stoel
  • Tas op de grond
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Vertering
1.1 Voedingsstoffen
  • Spullen op tafel
  • Telefoon weg 
  • Jas uit en over je stoel
  • Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Wat weet je al.
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over voedingsstoffen.

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken en functies noemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezel.

Slide 5 - Tekstslide

voedingsmiddelen
alles wat je eet en drinkt zijn voedingsmiddelen.

voedingsmiddelen zijn opgebouwt uit voedingsstoffen.

Slide 6 - Tekstslide

Vier functies van voedingsstoffen
Er zijn vier functies van voedingsstoffen.

  1. Brandstoffen; energie
  2. Bouwstoffen; groei en herstel
  3. Reservestoffen; opslag
  4. Beschermstoffen; zorgen dat je niet ziek wordt 

Slide 7 - Tekstslide

Functies per voedingsstof
  • Bouwstoffen: 
eiwitten, water, koolhydraten, vetten, mineralen, vitamines
  • Brandstoffen
koolhydraten, vetten, eiwitten
  • Reservestoffen
vetten, koolhydraten
  • Beschermende stoffen
vitamines, mineralen

Slide 8 - Tekstslide

Eiwitten (proteïnen)

Slide 9 - Tekstslide

Eiwitten
2 varianten:
  • Dierlijke eiwitten
  • Plantaardige eiwitten

Slide 10 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen

Teveel aan eiwitten? 
  • Eiwit als brandstof 
  • Eiwit als reservestof (vet)
Cytoplasma
Spieren

Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
Volgorde van aminozuren bepaald vorm van het eiwit.

Door verschillende vormen ook verschillende functies:
kanaaltje, enzym, transportenzym, bouwstof etc.

Slide 12 - Tekstslide

Eiwitten
BINAS tabel 67H1
  • 20 soorten aminozuren
  • 12 niet-essentiële aminozuren 
  • 8 essentiële aminozuren
  • Niet-essentiële aminozuren kunnen door het lichaam worden aangemaakt.
  • Essentiële aminozuren worden niet/minder door het lichaam aangemaakt moeten via het voedsel worden aangeleverd.

Slide 13 - Tekstslide

Koolhydraten (sachariden)

Slide 14 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. 

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof (vet)

Suikers (glucose), zetmeel, voedingsvezels en glycogeen. 

Slide 15 - Tekstslide

enkelvoudig koolhydraat
meervoudig koolhydraat

Slide 16 - Tekstslide

Koolhydraten

Slide 17 - Tekstslide

Voedingsvezels
  • Onverteerbare koolhydraten uit planten 
  • Voedingsvezels stimuleren de darmperistaltiek en dus de darmwerking

Slide 18 - Tekstslide

Vetten (lipiden)

Slide 19 - Tekstslide

Vetten
  • Glycerol + 3 vetzuurstaarten = triglyceride
  • Vetten bestaan uit dezelfde atomen als glucose (C,H,O).
  • Alle organismen kunnen glucose omzetten in vetten.
  • Essentiële vetzuren

Slide 20 - Tekstslide

(On)verzadigde vetten
Verzadigd vet:
- Ongezond; kans op 'dichtslibben' aders. Vooral bij dierlijke vetten. Hebben geen dubbele bindingen.

Onverzadigd vet:
- Gezond. Zorgen voor daling cholesterol. Hebben één of meer dubbele bindingen.

Slide 21 - Tekstslide

Dierlijk voedsel: vetten
Glycerol en 3 verschillende vetzuren
Verzadigd
Enkelvoudig onverzadigd
meervoudig onverzadigd

Slide 22 - Tekstslide

Cholesterol
  • Aanmaak in lever

  • De basis voor de aanmaak van sommige hormonen (testosteron, oestrogeen, bijnierhormonen)

  • Cholesterol zit in celmembranen voor flexibiliteit.

Slide 23 - Tekstslide

Slagaderverkalking
  • Cholesterol blijft vaker kleven bij beschadiging slagaderwand
  • Plaquevorming
  • Deze laag cholesterol zet kalk af
  • Vorming bloedpropje

Slide 24 - Tekstslide

Water

Slide 25 - Tekstslide

Water
Water is een bouwstof                transport van stoffen. 

Het menselijk lichaam bestaat uit 60% water. 

Slide 26 - Tekstslide

Mineralen (zouten)

Slide 27 - Tekstslide

Mineralen
  • bouwstof:
hard botweefsel en tandbeen
  • beschermstoffen:
bloedstolling
  • Gevormd uit een 
metaal + niet-metaal

Slide 28 - Tekstslide

Spoorelementen
Spoorelementen: mineralen die in zeer kleine hoeveelheden benodigd zijn

Algemene mineralen: Na, K, Ca
Spoorelementen: Cu, F, Zn, I

Slide 29 - Tekstslide

Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen. 
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.

Slide 30 - Tekstslide

Scheurbuik
Scheurbuik bij zeevaarders door gebrek aan vitamine C
Oplossing: Verse citroenen en sinaasappels mee op reis.

Slide 31 - Tekstslide

Pak je device en zoek op wat de relatie is tussen vitamine C en scheurbuik

Slide 32 - Open vraag

Vitaminen
  • Provitaminen dit zijn stoffen die in voeding zitten, waaruit wij vitaminen kunnen vormen.
  • Gebreksziekten deze ontstaan door een tekort aan vitaminen.
  • Vitamine-B-complex is opgebouwd uit meerdere afzonderlijke vitaminen.

Slide 33 - Tekstslide

Vitamins

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen
Basisstof 1
Zijn alle dikgedrukte woorden duidelijk?

Maken
Opdracht 1 t/m 9

Slide 36 - Tekstslide

Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.
Brandstoffen
koolhydraten en vetten
Bouwstoffen
eiwitten en water
Beschermstoffen
vitaminen en mineralen

Slide 37 - Sleepvraag

Voedingsstoffen zijn...
A
Bestanddelen van voedingsmiddelen
B
Alle bouwstoffen in voedingsmiddelen
C
Alle brandstoffen in voedingsmiddelen
D
Alle calorieën in voedingsmiddelen

Slide 38 - Quizvraag

In onze voeding zitten voedingsstoffen. Sommige voedingsstoffen leveren energie, andere voedingsstoffen leveren geen energie. Welk van de volgende rijtjes voedingsstoffen bevatten uitsluitend energieleverende voedingsstoffen?
A
Alcohol, koolhydraten en vitamines
B
Alcohol, vetten en eiwitten
C
Eiwitten, koolhydraten en mineralen
D
Mineralen, vetten en water

Slide 39 - Quizvraag

Voedingsstoffen die moeten worden verteerd 
Voedingsstoffen die niet worden verteerd 
Mineralen
Zetmeel
Water
Eiwitten
Vetten
Vitaminen
Koolhydraten

Slide 40 - Sleepvraag

Wat betekent het als een aminozuur essentieel is voor de mens?

Slide 41 - Open vraag

Leg uit waarom een voedingsvezel niet tot de voedingsstoffen behoort.

Slide 42 - Open vraag