Exercice 4 – compréhension détaillée
1 a faux, b vrai, c faux, d vrai, e faux, f faux, g faux
2 Ze denkt dat haar man haar verjaardag is vergeten.
3 onze trouwdag = mijn verjaardag
op internet = aan de telefoon
mijn kussen = mijn parkeerplaats
4 Haar man blijkt niet op zijn werk te zijn, hij heeft een vrije dag genomen zonder dat zij daarvan op de hoogte is.