8e les - demonstrative pronouns

TODAY

- Writing & grammar


1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TODAY

- Writing & grammar


Slide 1 - Tekstslide

smakeloos

Slide 2 - Open vraag

slice

Slide 3 - Open vraag

korting

Slide 4 - Open vraag

starving

Slide 5 - Open vraag

zelfgemaakt

Slide 6 - Open vraag

Zou ik wat water mogen, alstublieft?

Slide 7 - Open vraag

Het kost 1.60. (pond)

Slide 8 - Open vraag

00:38
Which ingredient didn't they use?
A
Cheese
B
Milk
C
Macaroni
D
Butter

Slide 9 - Quizvraag

00:52
The 5-minute mozarella is ...
A
cooked
B
baked
C
stir-fried
D
deepfried

Slide 10 - Quizvraag

01:19
From which vegetable is Guacamole made?

Slide 11 - Open vraag

Drag and drop the correct dishes to the pictures
Tekst
Fish and chips
Scones
Full English Breakfast
Meat Pie

Slide 12 - Sleepvraag

What is this ?

Slide 13 - Open vraag

What is this ?

Slide 14 - Open vraag

What is this ?

Slide 15 - Open vraag

What is this ?

Slide 16 - Open vraag

What is this ?

Slide 17 - Open vraag

name a type of food that starts with an A

Slide 18 - Open vraag

name a type of food that starts with an S

Slide 19 - Open vraag

name a type of food that starts with an B

Slide 20 - Open vraag

3

Slide 21 - Video

I. Writing & Grammar
I can use the demonstrative pronouns correctly.

Slide 22 - Tekstslide

1

Slide 23 - Video

00:22
Welke 4 "demonstrative pronouns" heb je gehoord?
timer
0:20

Slide 24 - Open vraag

Leerdoel:
Deze les ga je leren wat "demonstrative pronouns" zijn
welke "demonstrative pronouns" er zijn en wanneer je ze gebruikt.

Slide 25 - Tekstslide

Demonstrative pronouns:
>  aanwijzend voornaamwoord
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

Slide 26 - Tekstslide

Demonstrative pronouns:
> this = dichtbij en 1 zelfstandig naamwoord : this apple
> these = dichtbij en meerdere : these apples

> that = ver af en 1 zelfstandig naamwoord : that bag 
> those = ver af en meerdere : those bags 

Slide 27 - Tekstslide

Dichtbij
Ver af 
This
these
That
Those

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide

om dingen ver weg aan te wijzen gebruik je:
A
this / those
B
this / that
C
this / these
D
that/ those

Slide 30 - Quizvraag

om één ding dichtbij aan te wijzen gebruik je
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 31 - Quizvraag


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 32 - Quizvraag


A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 33 - Quizvraag


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 34 - Quizvraag


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 35 - Quizvraag


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 36 - Quizvraag


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 37 - Quizvraag

... balloons here are nicer than ... over there.
A
those, these
B
these, those
C
this, that
D
that, this

Slide 38 - Quizvraag

I like ____ flowers, not these.
A
This
B
These
C
That
D
Those

Slide 39 - Quizvraag

....... people standing there are talking.
A
those
B
these
C
this
D
that

Slide 40 - Quizvraag

Look at ....man over there
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 41 - Quizvraag

Is ... umbrella over there yours?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 42 - Quizvraag

What's in .......... bottles over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 43 - Quizvraag

Assignment
Write down what you usually have for breakfast.

Write down at least 3 items

Interglot.nl
timer
2:30

Slide 44 - Tekstslide

Assignment
1. What is your favourite food ?
2. What is your least favourite food ? 
(Write down at least 3 for each question)

Interglot.nl
timer
4:00

Slide 45 - Tekstslide

Classroom
Extra oefeningen :
- Food
- What can I eat?

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Link

3

Slide 48 - Video