- je herhaalt de theorie over het bijvoeglijk naamwoord
- je leert wanneer je een bijwoord gebruikt en hoe deze wordt gevormd
Slide 3 - Tekstslide
Les devoirs:
Ex. 10
Slide 4 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
In het algemeen komen de bijvoeglijke naamwoorden achter het zelfstandig naamwoord (in tegenstelling tot het Nederlands!). Echter: de meest voorkomende, korte bijvoeglijke naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord.
beau - mooi mauvais - slecht
jeune - jong bon - goed, lekker
joli - leuk, mooi gros - dik
vieux - oud nouveau - nieuw
grand - groot long- lang
petit - klein haut - hoog
Slide 5 - Tekstslide
De 12 bijvoeglijke naamwoorden hierboven komen dus vóór het zelfstandig naamwoord, de rest komt erachter, ook de nationaliteiten en kleuren:
- Une fille anglaise (een Engels meisje)
- Un manteau bleu (een blauwe jas)
Bij de vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden geldt: +e
Bij de meervoudsvormen: +s
Slide 6 - Tekstslide
Onregelmatige vorm
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm van het vrouwelijk. In het meervoud komt er dan een –s achter, als het bijvoeglijk naamwoord op –x eindigt (zoals dangereux) verandert deze niet in het meervoud.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.