Les 8 maart 2022 Paragraaf 3.2
1 / 37
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De neerslaghoeveelheid is wereldwijd.....verdeeld.
A
gelijk
B
ongelijk
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Is neerslag de enige manier waarop een gebied aan water kan komen?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
De waterbalans geeft aan hoeveel water een gebied....
A
in gaat
B
uit gaat
C
in gaat en uit gaat
Slide 15 - Quizvraag
De nuttige neerslag in Nederland is het grootst in.....
A
de wintermaanden
B
de zomermaanden
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Neerslag zakt de grond in. Welk water zit het diepst in de grond?
A
infiltratiewater
B
grondwater
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
In ......gebieden kan neerslagwater makkelijker infiltreren.
A
landelijke
B
stedelijke
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Door ontbossing zal .......hemelwater uiteindelijk in de rivieren terecht komen.
A
meer
B
minder
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Water stroomt altijd van....
A
laag naar hoog
B
hoog naar laag
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Fossiel water is....
A
nieuw water
B
oud water
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Voor ontziltingsinstallaties is de zee of oceaan de bron. Zij passen dus .....bij duurzaam waterbeheer.
A
wel
B
niet
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Drinkwaterbedrijven in NL halen water uit de Rijn. Zij passen dus .....bij duurzaam waterbeheer.
A
wel
B
niet
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Drinkwaterbedrijven in Libië die gebruik maken van aquifers passen......bij duurzaam waterbeheer.
A
wel
B
niet
Slide 33 - Quizvraag
De hoeveelheid zoet water per persoon wordt op aarde steeds....
A
meer
B
minder
Slide 34 - Quizvraag
Fossiel water is....
A
vernieuwbaar
B
niet vernieuwbaar
