cellen van dieren en planten T3, bs 4 & 5

Cellen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Cellen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
De celonderdelen kunnen benoemen
Kunnen aangeven waartoe zij dienen
Verschillen tussen dierlijke en plantaardige cellen benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Van organisme terug naar cel

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een weefsel?

Slide 4 - Open vraag

Cellen

Slide 5 - Woordweb

Waar vind er fotosynthese plaats? In welke cel en in welk onderdeel.

Slide 6 - Open vraag

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een plantencel en een dierlijke cel

Slide 8 - Open vraag

Wat is een orgaan?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de functie van de kleine schroef?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de functie van een celwand?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de functie van de celkern

Slide 12 - Open vraag

Waar is een nier een voorbeeld van?
A
Orgaan
B
Organenstelsel
C
Weefsel

Slide 13 - Quizvraag

De organen van een vrouw
Darmen
Maag
Hart
Nieren
Hersenen
Lever
Longen
Baarmoeder

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep het juiste woord naar de plek op de microscoop
voet
Grote schroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 15 - Sleepvraag

celmembraan
celwand
celkern
celplasma
bladgroenkorrel
vacuole

Slide 16 - Sleepvraag

Waar bevindt zich dit DNA in een cel?
A
In de celkern
B
In het cytoplasma (=celplasma)

Slide 17 - Quizvraag

Niveau v/d biologie
Cel
Orgaan
Organisme
Ecosysteem
Oogcel
Huid
Zeeschildpad
Zee

Slide 18 - Sleepvraag

Zet op volgorde van groot naar klein
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme

Slide 19 - Sleepvraag

Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie cel

Slide 20 - Quizvraag

Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is de functie van de vacuole? Sleep het juiste antwoord naar het vinkje
Stroperige vloeistof waarin alle celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Geeft stevigheid

Slide 22 - Sleepvraag


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 23 - Quizvraag

Wat voor cellen zijn dit, plantaardige cellen of dierlijke? Leg uit

Slide 24 - Tekstslide

Welke soort cel zag je net? leg uit

Slide 25 - Open vraag

Plantencel
Dierlijke cel
celwand 
celkern
bladgroenkorrel
celmembraan
vacuole
cytoplasma

Slide 26 - Sleepvraag

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als in een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.
Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Zetmeelkorrels
Celkern
Vacuole

Slide 27 - Sleepvraag

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Schimmelcel

Slide 28 - Quizvraag

Bij dierlijke cellen zorgt de celwand voor stevigheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Waarmee is de vacuole gevuld?
A
Water met opgeloste stoffen
B
Lucht
C
Cytoplasma
D
Tussencelstof

Slide 30 - Quizvraag

Bladgroenkorrels zitten alleen in .....
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen

Slide 31 - Quizvraag

Hebben dierlijke cellen een celwand?

A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

BOUW TEKENING
MAAK MET TWEE OF DRIETALLEN
 EEN TEKENING VAN EEN PLANTENCEL.
DENK ERAAN ALLE ONDERDELEN  ERIN EN BENOEM DEZE.

Slide 33 - Tekstslide