Les 3: Vinden van bronnen

Professioneel ontwikkelen


Vinden van bronnen en 
het maken van een bronnenlijst
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Professioneel ontwikkelen


Vinden van bronnen en 
het maken van een bronnenlijst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Waarom brononderzoek belangrijk is.
  • Waar je op let bij brononderzoek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30
Wat voor bronnen gebruik je al?
YouTube/Boeken/etc.

Slide 3 - Woordweb

Video/Boeken/Tijdschriften/Websites
timer
1:00
Waar kun je allemaal zoeken naar literatuur?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbare Bronnen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een betrouwbare bron?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Verwerken van bronnen
Je bent verplicht om een bron correct te parafraseren of citeren. Ook moet je een juiste bronvermelding toevoegen zodat de lezer de bron terug kan vinden. Doe je dit niet, dan pleeg je plagiaat.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede bron?
https://www.puurfiguur.nl/groene-thee/

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kijk je naar bij een bron

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels bij bron onderzoek
  • Wat staat er? Wat betekent dit? 
  • Wie schreef of maakte dit? 
  • Waar staat het / is het te vinden? 
  • Waarom maakte hij/zij dit? Welk belang heeft de maker? 
  • Wanneer werd dit gemaakt? 
  • Waar werd dit gemaakt? (is het toepasbaar in NL?)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van de maker van de bron?

• de deskundigheid, onafhankelijkheid van de schrijver/spreker,
• het doel van de tekst,
• de publicatieplaats of het podium,
• de actualiteit en de gebruikte bronnen.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke tijd stamt de bron

Hoe actueel is de informatie uit de tekst of het filmpje?

Als een tekst tien jaar geleden is gepubliceerd, moet je eerst nagaan of de informatie nog steeds klopt. Misschien is de informatie inmiddels wel achterhaald.


Slide 12 - Tekstslide

In principe een max van 5 jaar aanhouden.
De gebruikte bronnen

• Welke bronnen heeft de schrijver of spreker zelf gebruikt?
• Zijn die wel deskundig genoeg?
• Vertelt de schrijver of spreker waar hij zijn informatie vandaan haalt, zodat controle mogelijk is?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een URL?
Betekenis URL:
URL staat voor Uniform Resource Locator en is het adres van een bestand op internet. Dit zijn webpagina’s of afbeeldingen. Ieder bestand krijgt een eigen URL

Slide 17 - Tekstslide

Overal krijgen we informatie en nieuws vandaan, we lezen voortdurend nieuwtjes en meningen uit social media. Maar hoe weten we wanneer nieuws echt zijn? Hoe weten we dat het nieuws of de informatie betrouwbaar is? 
Zijn vaktijdschriften betrouwbare bronnen?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Social media zijn betrouwbare bronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door naar de bronnen van een tekst te kijken, kan je beoordelen hoe betrouwbaar de tekst of film is
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen van voor 2010 zijn niet meer actueel en kan je beter niet gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je wil betrouwbare bronnen zoeken voor een verslag over de vluchtelingencrisis.

Welke bronnen kun je het beste gebruiken?
A
Een artikel op een politieke site, van bijvoorbeeld, PvdV of Groen Links
B
Een vlog van een vluchteling
C
Een twitterbericht van iemand die vindt dat de politiek meer vluchtelingen moet toelaten.
D
Een wetenschappelijk verslag over een onderzoek over de meningen van kinderen over vluchtelingen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goede bronnen zijn subjectief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoeken naar bronnen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evidence Based Practice

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus......
(Verpleegkundige) beslissingen worden gebasseerd op een combinatie van 3 zaken: Wetenschappelijk onderzoek, eigen klinische vaardigheden en voorkeuren van de patient.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoeken op internet
  • Tips
  • Maak gebruik van kernwoorden
  • Informatie uitsluiten door het gebruik van het minteken
  • Dubbele aanhalingstekens gebruiken
  • Gebruik geavanceerd zoeken om je opdracht te verfijnen
  • Zoek met (Engelse) termen.
  • Gebruik de bronnen van Wikipedia ( nee niet de tekst!)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ben je verplicht je bronnen te vermelden?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwijzen naar bronnen, waarom?
  • Voorkomen van plagiaat
  • Je kunt verder lezen in de bron als je meer wilt weten
  • Je kunt controleren of het klopt wat je zegt (betrouwbaarheid)
  • De originele schrijver krijgt de credits

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar vind ik betrouwbare bronnen op internet?
  • Zorg voor Beter
  • Nursing
  • Kennisplein Gehandicaptenzorg
  • Google Scholar              https://scholar.google.nl/
  • HBO Kennisbank           https://hbo-kennisbank.nl/
  • Pubmed                            https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/?term=copd
  • Cochrane                           https://www.cochranelibrary.com/
  • Medscape                           https://www.medscape.com/

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee plekken waar je je bronnen noteert:
  1. Boven/bij de tekst bij dat wat je hebt overgenomen
  2. In je bronnenlijst aan het eind van je schrijfproduct

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat haal je uit een bron?

ALLE informatie die relevant is voor jouw onderzoek. 

Geen kopieer/plakwerk! Zet de informatie in eigen woorden. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies