Thema 4: Politiek les 1: democratie

Burgerschap Thema 4: Politiek
Les 1 : Democratie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Burgerschap Thema 4: Politiek
Les 1 : Democratie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
In deze les leer je: 

- Wat met politiek wordt bedoeld.
- Dat je in Nederland inspraak kunt hebben.
- Wat een democratie is. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over politiek?

Slide 3 - Woordweb

Politiek
In Nederland moeten allerlei problemen worden opgelost. Bijvoorbeeld het probleem dat er veel files zijn op de snelwegen. Om zulke problemen op te lossen, moeten er keuzes worden gemaakt. Er kan bijvoorbeeld worden besloten om meer wegen aan te leggen. Maar er kan ook worden besloten om autorijden duurder te maken. Het maken van dit soort keuzes, noem je politiek

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Democratie
In Nederland heeft iedereen inspraak. Inspraak betekent dat je mee mag praten over politieke keuzes. Je hebt bijvoorbeeld inspraak door te stemmen tijdens de verkiezingen. 
Een land waar iedereen inspraak heeft, noem je een democratie. Nederland is een democratie. 
Het is onmogelijk om iedereen bij elke politieke keuze om zijn mening te vragen. Daarom kies je in Nederland mensen die namens jou beslissingen nemen in de politiek. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Stelling:
Overgewicht is een groot probleem in Nederland.
Eens
Een beetje eens
Oneens
Een beetje oneens
Ik heb geen mening

Slide 8 - Poll

Hoe moet overgewicht volgens jou worden opgelost?

Slide 9 - Open vraag

Stelling:
Vapen moet verboden worden in Nederland
Eens
Een beetje eens
Oneens
Een beetje oneens
Ik heb geen mening

Slide 10 - Poll

Wat vindt jij van vapen?

Slide 11 - Open vraag

Lesdoel bereikt?
Je weet nu: 

- Wat met politiek wordt bedoeld.
- Dat je in Nederland inspraak kunt hebben.
- Wat een democratie is. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten

Maak opdracht 1 en 2 vanaf blz. 102 in je boek. 

Opdracht 3 hoef je niet te maken. 

Slide 13 - Tekstslide