11 havo2 chap1 pw bespreken

le programme
  • présence      
  • proefwerk bespreken
  • analyse invullen in Forms

Je m'appelle 
Madame Stegenga

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

le programme
  • présence      
  • proefwerk bespreken
  • analyse invullen in Forms

Je m'appelle 
Madame Stegenga

Slide 1 - Tekstslide

l'objectif / lesdoel
Je weet wat er goed ging, en wat niet en je hebt nagedacht over een aanpak

We hebben vastgesteld wat extra herhaling nodig heeft

Slide 2 - Tekstslide

puntenverdeling
luisteren: 10,5 + 2 bonus
vocabulaire: 20
grammatica: 21
phrases-clés (zinnen): 17
lezen: 9.5

TOTAAL 78, NORMERING: 60% (non-lineair)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

il y a des 
questions?

Slide 16 - Tekstslide

les devoirs
Let op Magister

Volgende les:
extra oefening/herhaling
+ (als dat goed gaat)
muziek of film
verzoekjes? mail mij!

Slide 17 - Tekstslide

évaluation
Wat heb je geleerd in deze les? 


Volgende keer: herhaling




Slide 18 - Tekstslide

Bonjour!
  • C'est qui, ton meilleur ami? 
  • Vous êtes souvent ensemble?
  • Qu'est-ce que vous aimez faire? 
  • Il est comment? 



Slide 19 - Tekstslide

à choix - naar keuze
  • bijvoeglijk naamwoord, H30 en H31: nakijkbundel
  • zelfstandig diagnostische toets maken
  • werkblad werkwoorden op -er = oefening
  • uitleg mbv werkblad passé composé
  • faire
  • voorbeelden toetsvragen






Slide 20 - Tekstslide

voorbeelden toetsvragen
1. Marianne va rencontrer / lire un beau livre. 
2. Au secours! (ik ben bang)!
3. Luc (heeft een hekel aan) les maths. (présent)
4. Tu (dromen) __________  _________ cette nuit? (passé composé)
5. Nadine et Laura sont très (sportif).
6. Tu (faire) du foot?
7. On aime danser. (wat is de VRAAG?)
8. Ik ben verliefd! (vertaal)

Slide 21 - Tekstslide

faire
Tu  .................. du tennis? 
Non, je ........................ du foot!
Maria .................... de la danse.
Nous ..................... la vaisselle. 
Philip et Benjahmin ................ toujours les devoirs.
Et vous? Vous .................... les devoirs?
*** passé composé:
tu as fait du tennis?
non, j'...... .......... du foot!

Slide 22 - Tekstslide

1. Als je de letters -er weghaalt, hou je de stam van het ww over.
2. Achter deze ‘stam’ plak je vervolgens de goede uitgang.

Voorbeeld: travailler (werken)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

bijv. nw
c'est une (bon) ..................... question!
Sophie est (amoureux)....................... 
Mais Jean n'est pas (amoureux) ..................
Guillermo est un garçon (italien).................
Ariana est une fille (italien)...................
Voilà, trois (vieux) .................. maisons.
Josephine et Marie sont (grand)..................

Slide 25 - Tekstslide

de plek van het bijv.nw: altijd achter het zelfstandig naamw., 
behalve deze, die komen ervoor:
beau bon joli
haut long petit
jeune vieux et grand
gros mauvais méchant
large, gentil et premier
autre nouveau et dernier


PS dit wordt nu niet getoetst

Slide 26 - Tekstslide

au revoir! 

Slide 27 - Tekstslide