Participatie

Participatie
B1-K1-W4 Ondersteunt de client bij participatie


1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Participatie
B1-K1-W4 Ondersteunt de client bij participatie


Slide 1 - Tekstslide

Participatie

Slide 2 - Woordweb

Participatie en gezondheid
Uit vele onderzoeken blijkt dat gezondheid en participatie elkaar beinvloeden.
Gezondheidsproblemen werken belemmerend om volledig deel te nemen.
Andersom: participatie heeft een positief effect op gezondheid.

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsparticipatie voor mensen met een beperking

- Traject naar een reguliere baan (ontwikkelingsgerichte dagbesteding)
- Jobcoaching
- Beschut werken
- Arbeidsmatige dagbesteding

Slide 4 - Tekstslide

Zinvolle dagbesteding
- Vanuit de WMO of WLZ
- Vervoer naar dagbesteding
- Specialistische dagbesteding, zoals een DAC in de GGZ en gehandicaptenzorg of dagbesteding in een verpleeghuis.

Slide 5 - Tekstslide

Zelfregie
Je probeert in het toewerken naar volledige deelname de zelfregie te versterken. Dit houdt in:

Eigenaarschap: zelf keuzes maken
Eigen kracht: ervaren van eigen kracht
Motivatie: zingeving is sleutel tot verandering
Contacten: betrekken van netwerk

Slide 6 - Tekstslide

Hoe te gebruiken
In het plan van aanpak bedenk je hoe je de zelfregie/participatie van de cliënt kunt bevorderen. 
- Hoe kun je cliënt stimuleren eigen keuzes te maken?
- Hoe kun je cliënt eigen kracht laten ervaren?
- Hoe kun je cliënt zingeving laten ervaren?
- Hoe kun je netwerk betrekken?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe gebruik je de participatieladder?

Hiermee kun je het niveau van participatie van jouw client beoordelen? Vervolgens kun je kijken welke ondersteuning hij nodig heeft om naar een volgende trede te kunnen gaan.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Je begeleidt Ferdi, een jonge man met een licht verstandelijke beperking en ASS bij de participatiedoelen ontmoeten en betaald werk. Ferdi wil graag een maatje en hij wil betaald werk doen. Jij gaat met Ferdi onderzoeken wat hij precies wil en kan en waar hij ondersteuning bij nodig heeft. Je vraagt je af hoe je de zelfregie kunt versterken:
- Ferdi is gebaat veel structuur. Hij wilt een baan waarbij het duidelijk is wat zijn taken zijn. 
- Ferdi wil een maatje, waarbij Ferdi kan kiezen wanneer hij wel en geen contact wil. Hij wil een maatje, die rekening houdt met zijn 'beperking'. Hij heeft moeite om nieuwe contacten aan te gaan. 
- Ferdi wil financieel zelfstandig zijn en niet afhankelijk van anderen. Hij wil volwassen zijn, niet als anders gezien worden. 

Slide 10 - Tekstslide