Voorraadkengetallen

Voorraadkengetallen

Kengetal: geeft een verhouding aan.

Omzetsnelheid: hoe snel worden de producten verkocht, oftewel hoe vaak in een periode wordt de gemiddelde voorraad verkocht. 

Omzetduur: hoe lang ligt een product gemiddeld op voorraad. 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorraadkengetallen

Kengetal: geeft een verhouding aan.

Omzetsnelheid: hoe snel worden de producten verkocht, oftewel hoe vaak in een periode wordt de gemiddelde voorraad verkocht. 

Omzetduur: hoe lang ligt een product gemiddeld op voorraad. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe moet je de gemiddelde voorraad berekenen als je meer dan twee meetpunten in een jaar hebt?
A
Alles bij elkaar optellen en delen door het aantal meetpunten
B
1/2 beginvoorraad + 1/2 eindvoorraad plus andere meetpunten delen door aantal meetpunten
C
1/2 beginvoorraad + 1/2 eindvoorraad + andere meetpunten delen door het aantal meetpunten -1

Slide 2 - Quizvraag

De voorraad op 1 januari is €8.900. De voorraad op 31 december is €11.200. Bereken de gemiddelde voorraad.

Slide 3 - Open vraag

Klaas neemt meerdere momenten de voorraad op. 1 Jan: €8.000, 1 Apr: €9.500,- 1 Juli: €7.000,- 1 Okt: €5.500 & 31 Dec: €12.000,-
Bereken zijn gemiddelde voorraad nu?
A
€8000,-
B
€8.400,-
C
€10.500,-
D
€32.000,-

Slide 4 - Quizvraag

Supermarktmanager

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Omzetsnelheid
Ook wel : omloopsnelheid

Hoe vaak wordt de voorraad verkocht in een periode.


Slide 7 - Tekstslide

4 mogelijkheden
De meest gebruikte:

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Golfshop Hole-in-one heeft op 1 januari een voorraad van € 84.000,-.
 Op 31 december bedraagt de voorraad € 72.000,-.

De gemiddelde voorraad bereken je dan als volgt:
 (beginvoorraad + eindvoorraad) ÷ 2 =
Voor Hole-in-one is dit: (€ 84.000,- + € 72.000,-) ÷ 2 = € 78.000,-




Slide 9 - Tekstslide

Alternatieven

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
De inkoopwaarde van de omzet in het afgelopen jaar van Slagerij Van Kampen bedraagt € 243.600,-. 
De gemiddelde voorraad tegen inkoopprijzen is in dat jaar € 7.382,-.


De omzetsnelheid is dan:
€ 243.600,- ÷ € 7.382,- = 33

Een omzetsnelheid van 33 wil zeggen dat de slagerij gemiddeld 33 keer per jaar zijn gemiddelde voorraad verkoopt. Met andere woorden: Slagerij Van Kampen kan dezelfde euro 33 keer in een jaar in zijn voorraad investeren.


Slide 11 - Tekstslide

Wat is de omloopsnelheid als je van een artikel 3 stuks op voorraad hebt en je er jaarlijks 12 verkoopt?
A
0,25
B
4,00
C
9,00
D
15,00

Slide 12 - Quizvraag

De gemiddelde voorraad van een product is € 2.500,-. De omzet in een bepaalde periode is
€ 50.000,-. De omloopsnelheid is dan
A
€ 125.000.000,-
B
125
C
€ 12.500,-
D
20

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent omzetsnelheid?
A
de snelheid waarmee de omzet stijgt
B
het aantal keren dat een artikel in een bepaalde periode wordt verkocht

Slide 14 - Quizvraag

Gemiddelde voorraad
Hoeveel producten heb je gemiddeld op voorraad liggen? 
- in stuks
- tegen inkoopwaarde
- tegen verkoopwaarde
- tegen consumentenwaarde

Slide 15 - Tekstslide

Gemiddelde Voorraad
de voorraad die gemiddeld in het magazijn aanwezig is. Dit kan uitgedrukt worden in aantal en in (geld)waarde

Formule: 
Beginvoorraad + eindvoorraad  
2

Slide 16 - Tekstslide

In een magazijn ligt op 1 januari een voorraad van € 5000,-.
Op 31 december ligt er van hetzelfde product € 7500,- op voorraad.
Hoeveel is de gemiddelde voorraad?

Slide 17 - Open vraag

In een magazijn ligt op 1 januari een voorraad van 1200 stuks. Op 31 december liggen er van hetzelfde product 900 stuks op voorraad.
Hoeveel is de gemiddelde voorraad?

Slide 18 - Open vraag

Gemiddelde voorraad
Je kunt ook de gemiddelde voorraad berekenen als je op meer momenten de voorraad geinventariseerd hebt. 

Formule:

1/2 x beginvoorraad + tussenliggende voorraad + 1/2 x eindvoorraad
(aantal metingen - 1)


Slide 19 - Tekstslide

Omzetduur
De omzetduur is het kengetal die aangeeft hoeveel dagen je er over gedaan hebt om de gemiddelde voorraad één keer te verkopen. 

Slide 20 - Tekstslide

Omzetduur
              360 (of 365)              
omzetsnelheid

360 staat voor het aantal dagen in een jaar. 
(30 per maand x 12 = 360)
Het antwoord wordt ALTIJD afgerond NAAR BOVEN!!!

Slide 21 - Tekstslide

De gemiddelde voorraad is €25.000,- de IWO was €400.000,- Bereken de omzetduur. (jaar = 360 dagen)

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

IWO? Geef berekening!

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide