Fêtes et coutumes françaises

Fêtes et coutumes françaises
Sommige feestdagen zijn hetzelfde in Nederland en Frankrijk.

Andere feestdagen zijn er alleen in Frankrijk.

Maak kennis met alle Franse feestdagen.
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Fêtes et coutumes françaises
Sommige feestdagen zijn hetzelfde in Nederland en Frankrijk.

Andere feestdagen zijn er alleen in Frankrijk.

Maak kennis met alle Franse feestdagen.

Slide 1 - Tekstslide

Le 1er avril
( premier avril )

Waarom roepen de Fransen 
"poisson d'avril"
op 1 april ?

Slide 2 - Tekstslide

le 1er avril
Uit sommige bronnen blijkt dat de bijzondere betekenis van         1 april ontstaan is bij de Franse wijziging naar de gregoriaanse kalender, zoals opgedragen door Paus Gregorius XIII in 1582. ​

Slide 3 - Tekstslide

le 1er avril  
Voor die tijd werd Nieuwjaar gevierd van 25 maart tot 1 april. Met de verandering van het kalendersysteem werd Nieuwjaar verplaatst naar 1 januari. ​

Mensen die dit vergaten of die het nieuwe kalendersysteem weigerden te aanvaarden, kregen uitnodigingen voor niet-gehouden feestjes, grappige presentjes enzovoort.​

Slide 4 - Tekstslide

Le 1er  avril
Als je een grapje [blague] op 1 april maakt, roep je in het Frans :      "poisson d'avril", al sinds de 16de eeuw. Die dag kondigt het einde van de vastenperiode aan [ le carême]. Tijdens deze periode was het verboden om vlees te eten voor Christenen. Dan at je dus vis en dat werd vaak als presentje gegeven, echte vissen of juist "nepvissen".

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zeg jij "een grap" in het Frans ?

A
une trousse
B
une langue
C
un poisson
D
une blague

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zeg jij "grappig" in het Frans ?
A
paresseux
B
rigolo
C
marrant
D
drôle

Slide 7 - Quizvraag

On fait des blagues le :
A
1er mars
B
1er mai
C
1er avril
D
1er juin

Slide 8 - Quizvraag

Wat roep jij in het Frans als jij op 1 april een grapje maakt ?
A
poisson d'avril
B
poison d'avril
C
poison de mai
D
poisson de mars

Slide 9 - Quizvraag

Pâques

Slide 10 - Tekstslide

A Pâques, on mange :
A
des bananes
B
des oranges
C
du chocolat
D
des oeufs

Slide 11 - Quizvraag

A Pâques, les écoliers français ont des vacances pendant :
A
2 semaines
B
1 semaine
C
3 jours
D
3 semaines

Slide 12 - Quizvraag

A Pâques, quel animal apporte les oeufs selon la légende ?
A
un cheval
B
un lapin
C
un cochon
D
une poule

Slide 13 - Quizvraag

Le 1er mai 
Ce jour, c'est la fête du travail.

Iedereen die een baan heeft 
is dan vrij op die dag.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke bloemen geeft men cadeau
op 1 mai ?
A
des roses
B
du muguet
C
des tulipes
D
des hortensias

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zeg jij "de lente" in het Frans
A
l'automne
B
l'hiver
C
le printemps
D
l'été

Slide 17 - Quizvraag

Offrir du muguet est une tradition
porte-bonheur :
A
gauloise
B
romaine
C
occitane
D
celte

Slide 18 - Quizvraag

Waar wordt "la Fête du travail" niet gevierd ?
A
en Allemagne
B
en France
C
aux Pays-Bas
D
en Belgique

Slide 19 - Quizvraag

Le 14 juillet

Slide 20 - Tekstslide

Wat wordt gevierd op 14 juli in Frankrijk ?
A
la fête du travail
B
la Fête Nationale
C
Noël
D
le Nouvel An

Slide 21 - Quizvraag

Le 14 juillet 1789
C'est le début de la Révolution française...
Avec la prise de la Bastille [ toen een gevangenis in Parijs]
Sindsdien wordt er op 14 juli de Franse Revolutie gevierd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe heette de koning tijdens de Franse Revolutie ?
A
Louis XI
B
Louis XVI
C
Louis XIV
D
Louis XV

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heette de koningin tijdens de Franse Revolutie ?
A
Marie-Thérèse
B
Marie-Claude
C
Marie-Pierre
D
Marie-Antoinette

Slide 25 - Quizvraag

Op welke beroemde avenue in Parijs wordt er een grote defilé georganiseerd ?
A
Avenue de Paris
B
Avenue St Honoré
C
les Champs Elysées
D
Avenue Montmartre

Slide 26 - Quizvraag

La Toussaint
le 1er novembre
Pourquoi des chrysanthèmes à la Toussaint ?

Regarde le reportage 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Wat is het kenmerk van chrysanten ?
A
zij bloeien als het warm weer is
B
zij bloeien als de dagen langer dan de nachten zijn
C
zij bloeien als het koud weer is
D
zij bloeien als de nachten langer dan de dagen zijn

Slide 29 - Quizvraag

La Saint Nicolas : le 6 décembre
Dans le Nord et l'Est de la France

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Hoe heet de hulp van St Nicolas in Frankrijk ?
A
le père Pétard
B
le père Fouettard

Slide 32 - Quizvraag

Qu'est-ce qui ne sent pas bon dans le film ?
A
les baskets
B
la barbe de St Nicolas
C
le fromage
D
le thé

Slide 33 - Quizvraag

Noël : le 25 décembre

Slide 34 - Tekstslide

5

Slide 35 - Video

Derrière chaque fenêtre, il y a une surprise : un chocolat ou un.....
A
un bonbon
B
un chapeau
C
un gâteau
D
jouet

Slide 36 - Quizvraag

Les enfants écrivent aussi
une ..... au Père Noël
A
livre
B
agenda
C
lettre
D
interrogation

Slide 37 - Quizvraag

Hoe heet een kerstboom in het Frans ?
A
un cadeau de Noël
B
un gâteau de Noël
C
un sapin de Noël
D
un copain de Noël

Slide 38 - Quizvraag

on décore le sapin avec des guirlandes,
des........ et une étoile
A
bougies
B
boules
C
bonbons
D
chocolats

Slide 39 - Quizvraag

on peut aussi accrocher des
A
chaussettes
B
chaussures
C
chaussons
D
socquettes

Slide 40 - Quizvraag

Le Réveillon du Nouvel An

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Comment s'appelle le monument
sur les Champs Elysées ?
A
la Tour Eifel
B
Notre Dame
C
l'Arc de Triomphe
D
le Sacré coeur

Slide 43 - Quizvraag

Qui a gagné ?
.....

Slide 44 - Tekstslide