231012 A3C leesvaardigheid signaalwoorden en tekststructuren
231012 A3C leesvaardigheid signaalwoorden en tekststructuren
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
231012 A3C leesvaardigheid signaalwoorden en tekststructuren
Slide 1 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur
Slide 2 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur
Slide 3 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur
Slide 4 - Tekstslide
Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur
Slide 5 - Tekstslide
Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.
'zo' is een
A
voorbeeldgevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
toelichtend signaalwoord
Slide 6 - Quizvraag
Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'omdat' aan?
A
tegenstellend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
chronologisch
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'waardoor' aan?
A
tegenstellend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
chronologisch
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'daardoor' aan?
A
tegenstellend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
chronologisch
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'daarom' aan?
A
tegenstellend
B
redengevend
C
oorzakelijk
D
chronologisch
Slide 10 - Quizvraag
Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt [en] hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers. 'en' is een
A
voorbeeldgevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
samenvattend signaalwoord
Slide 11 - Quizvraag
Ook wordt er geen beveiligde verbinding gebruikt tijdens het bestellen.
' Ook' is een
A
redengevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 12 - Quizvraag
Te mooi om waar te zijn, [want] op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening.
' want' is een
A
redengevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 13 - Quizvraag
Het bestelproces wijkt dus af van de echte procedure van de Dixons-site, maar oogt desondanks geloofwaardig.
' maar' is een
A
redengevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 14 - Quizvraag
Het bestelproces wijkt dus af van de echte procedure van de Dixons-site, maar oogt desondanks geloofwaardig.
' desondanks' is een
A
redengevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord
Slide 15 - Quizvraag
Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, [in plaats van] de gebruikelijke 600 tot 700 euro.
'in plaats van' is een
A
voorbeeldgevend
signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
toelichtend signaalwoord
Slide 16 - Quizvraag
Wat staat er in het slot van tekst met vraag-antwoordstructuur?
A
vraag
B
antwoord
C
tegenwerping
D
conclusie
Slide 17 - Quizvraag
Wat vind je in de inleiding van een tekst met probleem-oplossing structuur?
A
probleem
B
oorzaken en gevolgen
C
oplossingen
D
beste oplossing
Slide 18 - Quizvraag
'Kortom' is een signaal van een
A
opsomming
B
tegenstelling/toegeving
C
vergelijking
D
samenvatting
Slide 19 - Quizvraag
Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'ofschoon' aan?
Slide 20 - Open vraag
Welke tekststructuur hoort bij een betoog?
Slide 21 - Open vraag
Noem vier signaalwoorden voor een tegenstellend verband.